31 augustus 2016

Lone Theils - Fatale oversteek

Verdwenen maar niet gemist !
 

'Nora Sand lost problemen op. Dat doet ze koel en rustig, en met overzicht.
Een hysterische aanval krijgen kan later wel.'

Wanneer de zoveelste debutant(e) zich aandient in het thrillergenre vraag je je spontaan af wat hij of zij kan toevoegen aan al de lagen en hoeken die eerder door succesvolle collega's verkend werden. Als je wil opvallen is de keuze van het thema lang niet altijd doorslaggevend. Dat maakt ook Lone Theils, de nieuwe naam uit Denemarken, duidelijk. Twee meiden die vermist worden nadat ze op een veerboot tussen Denemarken en Groot-Brittannië verdwenen, is geen onweerstaanbare invalshoek. Maar het schrijven van een roman, spannend of veel minder spannend, begint pas bij het uitwerken van het onderwerp. Vanaf dan onderscheidt zich de getalenteerde auteur van de would-be-schrijver.  

Wat je zeker mag verwachten van iemand die buitenlandse reportages maakte voor de landelijke pers (sinds kort is Lone Theils full time schrijfster), is een intelligente, creatieve kijk op mens en wereld. Ook een onderhoudende taal en zin voor structuur en pointe moeten dan binnen de mogelijkheden liggen.

Bij het inkleuren van haar hoofdpersonage, de onderzoeksjournaliste Nora Sand, is de auteur dicht bij haar eigen ervaringswereld gebleven. Daar is niets mis mee. Over wat je kent kun je geloofwaardig schrijven. Nora is correspondent in Londen voor het Deense weekblad Globalt. Ze is een geëngageerde verslaggeefster die zich terecht opwindt over maatschappelijke misstanden en de duisternis in de menselijke ziel. Of het over een Rwandese genocidemedeplichtige gaat of een Engelse seriemoordenaar, beiden ervaren genot bij het martelen van anderen. Ook dat ze thuis is in het kickboksen, kan Lone Theils niet wegstoppen. Toch is haar heldin niet alleen stoer. Als het op hartzaken aankomt blijkt haar pantser geen bescherming te bieden.

Wolfhall prison, waar seriemoordenaar Bill Hicks gevangen zit.
© Vintage Lulu 
Wanneer Nora per toeval een koffer met foto's van tienermeiden in handen krijgt, wordt haar speurzin geprikkeld en mag ze met de goedkeuring van haar redactiechef een onderzoek voeren dat naar seriemoordenaar Bill Hicks leidt. Het langzaam blootleggen van oude misdaadfeiten, waarbij Nora er zelfs in slaagt de interesse van Scotland Yard te wekken, levert een zeer genietbare, fris ogende thriller op. Deze Deense aanwinst wisselt donkere ernst af met lichtvoetigheid. Nora's assertieve no-nonsense-humor werkt aanstekelijk en contrasteert met haar gestuntel als het gaat over de finesses van sociaal contact. Met het vorderen van de bladzijden voert Lone Theils gestaag het tempo op. Maar nergens trapt ze in de val van het opgefokte toontje. En aan het eind komt ze met een aardige verrassing die de grens tussen slachtoffer en dader doet vervagen. De journaliste die haar lezers leert kijken naar een samenleving waarin niet ieders bedje gespreid is, is nooit ver weg...

Als je kritisch wilt zijn kun je zeggen dat Nora's vrienden- en kennissenkring wel aangeworven lijkt om het opsporingswerk van dienst te zijn. En hier en daar heb je wel eens een kort-door-de-bocht-wending of een overdreven toevalligheid maar daartegenover staat veel kundigheid en leesplezier.

Hoewel deze schrijfster niet het niveau van S.K. Tremayne of BA Paris haalt - dat is een kwestie van baas boven baas - mag je toch concluderen dat de Scandinavische dynastie van misdaadschrijvers nog steeds in de eerste gelederen meespeelt. Binnen die noordelijke familie heeft Lone Theils zichzelf een eigen signatuur bezorgd. En dat is een grote verdienste. Intussen heeft Nora Sand een tweede risicovol avontuur achter de rug. Lezers van Fatale oversteek zullen snel Den blå digters kone of The blue poet's wife vertaald willen zien! 


Quotering: ****

Uitgegeven bij Ambos Anthos - 2016

 

22 augustus 2016

Suzanne Brink - Grootser dan ik

De verleiding van de purple rain* !
 

'De mens is in wezen alleen.'

Grootser willen leven, jezelf overstijgen, welke tiener droomt daar niet van? Maar wie hoog vliegt kan ook diep vallen! Dat ondervindt Sara, een kind van gelovige, behoudsgezinde ouders dat opgroeit in een dorp onder Schiphol. In tegenstelling tot haar fantasieloze vader, die tuinder is, en haar benepen moeder, wil Sara als een ongeduldig piepkuiken uit de schaal breken en kunstenares worden. Op de academie en in het studentenhuis geeft ze zich over aan grensverleggende dagen en nachten. Ze is een hongerige jonge vrouw die haar kleinburgerlijke jeugd maar al te graag wil begraven. Charmante, sportieve Milan lijkt de geknipte grafdelver. Maar er is ook, en vooral, de creativiteit. 'Kunst is voor mij wat God voor jullie is', schrijft ze aan haar ouders. Het zijn de jaren '80, de tijd van Margaret Thatcher, Prince en de elektrische typemachine.

'Milan was een man om voor te vallen in de hoop dat je op tijd zou opstaan,' beseft ze. Toch renderen inzichten het best als je ze aan gedrag kunt koppelen. Omdat allerlei innerlijke krachten hun woordje meespreken, is dat niet eenvoudig. In haar pogingen om goedgekeurd te worden door de populaire Milan, gaat Sara flink over haar eigen grenzen en krijgt uiteindelijk een les in volwassen worden. Grootser willen leven is niet in elke betekenis een aanrader!

Een beeldend kunstenaar heeft een scherp oog. Die kijk heeft illustrator en auteur Suzanne Brink meegenomen naar haar romandebuut. En dat levert mooie stijlbeelden op:
'Theo was een korte Fries met dikke brillenglazen waarachter zijn ogen blauwe knikkers werden.'
'Als ze lachte vormden haar lippen een vierkante lijst.'
'...mijn kamer was de aankomsthal van Schiphol met lauwe koffie en ongemakkelijk draaien op een kunststof stoel terwijl de uren traag vergleden naar de zondagavond.'

© Dawn Hudson
Ook de schets van het studentenhuis en de academie is meer dan geslaagd. Het nachtelijk doorbomen en doorzakken, het geworstel met houtskool, compositie en koeien, het tekenen van de muziek van Prokofiev, de beeldhouwster die hout stroopt, het verschil tussen de nepkunstenaars en zij die het vuur voelen branden...trekken je een biotoop binnen die je voordien niet kende.  

Maar een roman is meer dan een milieustudie. Een fictieboek vraagt om een volgehouden spanningsboog en het toewerken naar een climax. Een coming-of-age-verhaal, zoals aangekondigd op de achterflap, vereist bovendien een innerlijk proces dat via schurende ervaringen leidt tot een scherper bewustzijn van de eigen identiteit. Aan die eye-opener kan het hoofdpersonage dan keuzes en daden verbinden. Op al deze punten blijft Grootser dan ik erg in gebreke. En omdat de psychologie niet uit de verf komt, krijg je als lezer geen echte band met de protagonist.

De bildungsroman is een boeiend maar geen makkelijk genre! Hoewel je in dit boek de intentie van de auteur ervaart, is Sara's zoektocht naar een plek in de wereld helaas te vrijblijvend en dus weinig overtuigend. Voor een doorleefde wrijving tussen mens en leven kun je wel bij Prince terecht!
 
* Purple rain is straattaal voor het ontsnappen aan de realiteit.


Quotering: **½

Uitgegeven bij Ambo Anthos - 2016
 

10 augustus 2016

S.K. Tremayne - Vuurkind

Waan en werkelijkheid in het raadselhuis !
 
 
'Ik meen zeker te weten dat zijn overleden moeder door het huis rondwaart.'
 
Wie zich de oude Britse TV-series zoals Inspector Dalgliesh, naar de boeken van P.D. James, herinnert vindt bij Vuurkind een gelijkaardige sfeer. Die wordt opgeroepen door desolate landschappen onder dreigende weersomstandigheden en geheimen van in de tijd gewortelde families en dito landhuizen. In de opvolger van De IJstweeling voert S.K. Tremayne David Kerthen, een telg uit een Cornish geslacht van mijneigenaars, op. Zijn voorouders hebben zich verrijkt op de kap van de witte slaven die in grote getale omkwamen in de tin-, koper- en ijzergroeven of dodelijk ziek werden. Daarbij hoorden ook kinderen die arseenzweren en andere aandoeningen opliepen. Zelfs nu de schachten en ondergrondse gangen alleen nog betekenis hebben als industrieel erfgoed heeft David zichzelf de levensopdracht meegegeven om de duizendjarige dynastie van de Kerthens voort te zetten. En als hij daarbij wordt tegengewerkt schroomt hij slinkse praktijken niet. Een Kerthen heeft nu eenmaal niet snel last van zijn geweten.

Wanneer zijn tweede vrouw, Rachel, na een snel beklonken huwelijk, in de mansion komt wonen en ontdekt dat haar man niet helemaal eerlijk is tegen haar en er ook in de andere richting argwaan ontstaat, ontspoort hun idylle. Bovendien jaagt Rachels stiefzoon, die in de toekomst lijkt te kunnen kijken, haar de stuipen op het lijf. Wanneer de grond als een eroderende zeeklif onder de voeten van de bewoners wegschuift, kondigt zich een catastrofe aan.

Historische mijn in Cornwall
© photoeverywhere.co.uk
Vuurkind is een erg persoonlijk boek. Het ademt liefde voor Tremayne's geboortegrond Cornwall maar ook boosheid om de mensonterende werkomstandigheden in de mijnen. Dat zijn eigen grootmoeder één van de bal maiden (kinderen die stenen met een hamer moesten splijten) was, draagt zeker bij aan de intensiteit waarmee hij het karakter van dit betoverende en tegelijkertijd gruwelijke schiereiland tot leven brengt.

Deze auteur is erop uit de geest van zijn lezers op alle mogelijke manieren te prikkelen. Zo zijn er ook de impliciete verwijzingen naar schrijvers die verwant zijn aan zijn personages. Er is dichteres Sylvia Plath en schrijfster Virginia Woolf, beiden met een kwetsbare psyche en een bestaan dat eindigt met zelfmoord. En voor wie goed oplet ziet parallellen met Daphne Du Mauriers Rebecca, ook bekend van de Hitchcock-verfilming. Niet toevallig spelen de romans van Du Maurier zich in Cornwall af. Het spreekt voor zich dat de authentieke S.K. Tremayne aan dit uitgangspunt een eigenzinnige draai geeft.

Land's End, de verste uithoek van Cornwall
© Pixabay
Net zoals in zijn eerste misdaadroman verleidt de schrijver je hier met een afwisseling van poëzie en beklemming. Uit zijn verbeelding ontstaat een rijk geschakeerde, unieke wereld. Daarbij wordt het aftasten van de randen van de menselijke geest meer en meer zijn handtekening. In 'het huis dat als een verguld kistje in een doornenlaag verscholen ligt' lopen waan en werkelijkheid op een intrigerende manier door elkaar. Vuurkind is ook allerminst een zwart-wit-verhaal. Als het op overleven aankomt bedienen we ons allemaal van kleine en grotere leugens!

Na de grensoverschrijvende lof die De IJstweeling te beurt was gevallen, had de man uit Cornwall de lat voor zichzelf erg hoog gelegd. Toch is deze opvolger, zo mogelijk, nog net iets sterker. S.K. Tremayne is een grand cru en een blijver!


Quotering: *****

Uitgegeven bij Prometheus - 2016
 

8 augustus 2016

Jane Casey - Na de brand

Een groot vuur ontstaat in een klein hoekje ! 
 
 
'Mensen moesten met hun tragedies leren leven !'
 
In Na de brand schrijft Jane Casey haar socio-politieke bezorgdheid van zich af. Daarvoor heeft ze een aftands flatgebouw gecreëerd waar kansarme, kwetsbare individuen binnen en buiten de grenzen van de wet proberen te overleven. Tussen deze randfiguren beweegt zich een gerespecteerde burger, een politicus met een dubbel gezicht. 'Dat was het leven: de ene persoonlijkheid uittrekken en de andere aandoen', stelt de auteur met enige bitterheid vast.

Wanneer in de woontoren brand uitbreekt en er slachtoffers vallen, komen rechercheurs Maeve Kerrigan en Josh Derwent, twee vertrouwde Casey-karakters, in actie. In de achterstandswijk wordt de politie op argwaan en zelfs agressie onthaald, niet alleen door verdachten maar ook door mogelijke getuigen. Net zoals probleembuurten in andere grote steden is deze Londense wijk, voor wie blauw draagt, een bijna-no-go-area. Dankzij het jachtinstinct van Maeve en de doordouwersattitude van Josh wordt het langzaam duidelijk hoe een omgevallen dominosteen een cascade van tuimelende blokjes uitlokt. Als de rook is opgetrokken komen er mensen met erg onfrisse kantjes tevoorschijn.

Jane Casey is op haar best als ze haar maatschappelijk engagement verwoordt. Slachtoffers van huiselijk of ander geweld, een uitgerangeerde oude vrouw, de populistische politicus... allemaal roepen ze verontwaardiging op. Personages of instanties die hun verantwoordelijkheid ontlopen kunnen niet op haar begrip rekenen. Ook voor het politiecorps is ze kritisch. Het is niet omdat iemand een uniform draagt dat hij het juiste doet. 'We hebben allemaal dezelfde badge maar dat is alles', laat ze Maeve zeggen.

© George Hodan
Maar een misdaadverhaal moet veel meer bieden dan een levenshouding. En daar wringt het schoentje. Over een geslaagd rechercheverhaal zeg je dat het een strak, boeiend, verrassend plot heeft en gedragen wordt door geloofwaardige, aansprekende karakters. Na de brand scoort op al deze punten een onvoldoende. De aanloop is te lang, het geheel mag compacter, de spanningsboog is te slap, de scènes missen vaak een dwingende kracht. Dat heeft deels te maken met de eindeloze dialogen die bovendien niet vrij zijn van clichés en vaak geforceerd aandoen. Hoe hard een schrijfster haar best doet mag de lezer niet merken. Bij Jane Casey ben je je constant bewust van haar transpiratie aan de werktafel. De kattende omgangstaal tussen Maeve en Josh, die bedoeld is als spanningselement, is daar een voorbeeld van. Je ervaart ze als overdreven en gekunsteld. De psychologie van hun relatie overtuigt niet. Het is niet aannemelijk dat je een man - zelfs een weinig tactvolle, ongepolijste persoonlijkheid als Derwent - die rücksichtlos voor je in de bres springt, aan één stuk door afsnauwt.

Deze misdaadroman is niet slaapverwekkend maar ook niet beklijvend. Wie trouwens meent een boek van 370 bladzijden te mogen vullen moet uit zeldzaam hout gesneden zijnCasey's hout zorgt in elk geval niet voor de uitslaande brand die ze voor ogen had!


Quotering: ***

Uitgegeven bij Ambo Anthos - 2016