Vier eeuwen stadsgezichten !
'Het familievermogen en de familiecollectie
moesten zo ongeschonden mogelijk door de tijd worden geloodst,
omwille van toekomstige generaties en uit respect voor voorgaande generaties.
De steile opgang die de Amsterdamse Sixen, een uit Noord-Frankrijk geëmigreerd handelaarsgeslacht, in de gouden 17de eeuw maakten, vormt het vertrekpunt van dit boek. Hoe de volgende generaties, waarbij de oudste zoon steeds Jan heette, hun maatschappelijke omgeving beïnvloedden en, omgekeerd, op ontwikkelingen zoals oorlog, het Verlichtingsdenken, de industriële revolutie of de teloorgang van het rangen- en standensysteem, reageerden, loopt als een rode draad door dit verhaal. De ene Six was daarbij wat 'Darwinistischer' dan de andere. Sommigen Jannen zagen hun fortuin en politieke stem wegkwijnen, anderen gingen net op tijd een verstandshuwelijk aan. Naast de zorg om het behoud van hun status, investeerden de Sixen in scholing, vreemde talen, kennis van beeldende kunst en een zich voorzichtig openende wetenschappelijke wereld. Omdat deze familie zakeninstinct, intelligentie en een gevoel voor esthetiek koppelde aan het verzamelen van een schat aan schilderijen, kostbare kleding, hebbedingetjes die de tijdgeest benoemen, brieven en andere egodocumenten... kon Geert Mak terecht in de goudmijn van de 21ste eeuwse Sixen aan de Amstel waar hij, naast een 19de-eeuws poppenhuis, ook de misschien wel mooiste Rembrandt vond: het portret van de eerste Jan Six.
Jan Six geportretteerd door Rembrandt |
Een boeiend historisch werk drijft je bovendien naar de randen van het afgebakende onderwerp. Daar liggen nieuwe, dwingende vragen en antwoorden op je te wachten. Door te verwijzen naar de Radetzkymars van Joseph Roth waarin de neergang en de uiteindelijke ineenstorting van het Habsburgse Rijk gefictionaliseerd wordt, geeft Geert Mak je een hint. De parallellen met het universum van de Sixen zijn onmiskenbaar. Het oude bestel valt uit elkaar, er zijn winnaars en verliezers. 'De tijd wil ons niet meer', zegt graaf Chojnicki. Deze verzuchting had evenzeer van een Jan kunnen komen.
De Vlaamse lezer zal ook in de richting van de Zuidelijke Nederlanden kijken. Al op pagina 32 moet hij naar adem happen. Na de inname van Antwerpen (1585) door de Spanjaarden, vluchtten kooplieden, schilders en literatoren met hun talent en know how naar het Noorden. De protestanten onder hen vreesden, net als de Sixen uit Cambrai, terecht de vervolging van de starre, katholieke Iberiërs. Maar wat voor de hedendaagse Vlaming vooral te betreuren valt, is het gelijktijdig verdwijnen van het kosmopolitisme, het over grenzen heen denken van kooplui en kunstenaars. De invloed van het Spaanse hof in Brussel besmette ook steden zoals Gent en Brugge. Dat betekende het einde van wat Geert Mak 'de cultuur van zwier en allure' noemt. Sindsdien zijn provincialisme, de onder-de-kerktoren-mentaliteit, ons deel geworden. Omdat het rigide roomse geloof voor een keurslijfleven staat, hebben wij een koning als een houten klaas die opgevoed is door een Spaanse non en zat een spontane Willem Alexander in een oranje broek in de tribunes van Rio. Zou de geschiedenis anders verlopen zijn als Filips II zijn tegenstander Willem van Oranje-Nassau niet vogelvrij had verklaard...?
Boeken die ertoe doen hebben altijd iets waar je ongemakkelijk van wordt!
Quotering: *****
Uitgegeven bij Atlas Contact - 2016
Geen opmerkingen:
Een reactie posten