28 maart 2016

Colm Toibin - Brooklyn

 Leven is kiezen !

(Engelse editie)

'She was nobody here. ...it was rather that she was a ghost in this room,
in the streets on the way to work, on the shop floor.'

Ierland is nog niet zo lang een welvarend eiland. Door de aardappelziekte, die rond 1845 voor voedselschaarste zorgde, stierven meer dan een miljoen Ieren. Anderen vluchtten naar overzeese gebieden waar ze een nieuw leven probeerden op te bouwen. Ook in de afgelopen eeuw dreef er weinig vet op de Ierse soep. Het verbaast daarom niet dat Colm Toibin de naoorlogse migratie naar de VS tot zijn onderwerp heeft gemaakt in Brooklyn.

De family Lacey uit Enniscorthy wordt door de zoektocht naar werk uit elkaar gerukt. Terwijl de zonen één voor één naar Engeland zijn uitgeweken, dreigt ook de moeder-weduwe haar dochter Eilis te verliezen. Aangemoedigd door haar zus Rose, die dicht bij huis een kantoorbaan heeft, neemt Eilis aarzelend de boot naar de Verenigde Staten. Daar zal de geëmigreerde priester Flood haar helpen om te settelen. Zo vindt ze onderdak in het pension van de conservatieve Mrs. Kehoe waar verder nog een aantal wereldse, katachtige meiden een kamer hebben. Het simpele provinciekind Eilis heeft het er niet makkelijk. Met dank aan father Flood wordt ze winkelhulp in een keurige kledingzaak van Italiaanse inwijkelingen. Ook daar moet ze vechten om zich staande te houden. Heftige gevoelens van heimwee overweldigen haar. Al wandelend ziet ze een man voor haar overleden vader aan. De woonkamer van haar hospita associeert ze met haar moeders smaak. '...it was like the arrival of night if you new that you would never see anything in daylight again', zo benoemt ze haar gemoedstoestand.  

Maar de personages van Colm Toibin zijn overlevers. En bij het verduren van hun lot krijgen ze steevast de hulp van reddende engelen. In Brooklyn zijn dat de priester en Tony, de meest liefhebbende boyfriend die Eilis zich kan dromen. Als hij zijn meisje meeneemt naar het stadion van de baseballende Dodgers, wordt ze een echte New Yorkse. Daarbij bijt ze zich met succes vast in haar studie boekhouden. Maar omdat rozige tijden niet eeuwig duren, komt er dramatisch nieuws uit Ierland en moet de migrante kiezen tussen oude en nieuwe wortels.

Giant's causeway Ierland
© Scriptor
Buiten zijn aandacht voor de zieleroerselen van zijn hoofdrolspeelster geeft Toibin ruimte aan elementen die de jaren '50 kenmerken: het chaperonnegedrag van de hospita en haar kleinzielige huisregels, de eerste Afro-Amerikaanse klanten in de betere winkels, de in zichzelf gekeerde en rouwende Holocaust-overlevenden, de sjofele Ierse gastarbeiders die tunnels en wegen bouwden en daarna in armoede vervielen, de opkomst van de nylon kousen en modieuzere badpakken...  
Dat Nora Webster, de heldin van zijn meest recente boek, hier al kort geïntroduceerd wordt, is bovendien uiterst amusant!

Ook in deze roman blijft Toibin trouw aan thema's zoals familiebanden, het geworteld zijn in de geboortegrond en het bemoeizuchtige maar ook zorgende sociale netwerk. In het literaire spel van helder en hoogst subtiel zijn op een impliciete manier, herken je bovendien de stijl van deze auteur. Tussen de lijnen drijft zowel licht als duisternis. Als een verteller moet verleiden, dan is deze Ier een Don Juan.

Lees je deze schrijver in zijn moedertaal, dan komt zijn finesse nog beter tot uiting en trakteer je jezelf op een plek midden in zijn wereld. Colm Toibin, die de allerbeste slow motion-literatuur beoefent, bewijst ook met Brooklyn dat hij niet genoeg kan bewierookt worden! 


Quotering: ****½

Uitgegeven bij Penguin Books - 2010

 

26 maart 2016

Zeruya Shalev - Pijn

Vechten voor geluk !
 

'Zoveel pijn en irritatie, wonden en littekens, komen voort uit intimiteit.'

Toeval bepaalt het leven. Op 22 maart ll. kon je in Brussel in de juiste of in de foute wagon zitten, op de juiste of de foute datum een vlucht geboekt hebben. Even toevallig ging het eerste boek, dat vlak na die fatale dag in de bus van De scriptor viel, over een bom die in een stadscentrum ontploft. Net als Zeruya Shalev zelf overleefde haar hoofdpersoon in Pijn een zelfmoordaanslag. 

Toch staat de politieke context nooit centraal in de romans van deze Israëlische. Ook wie in een conflictregio woont heeft te maken met relaties en familiekwesties, met zoektochten naar zingeving en geluk. Schooldirectrice Iris is, na het verlies van haar grote jeugdliefde, Eitan, getrouwd met de stabiele maar wat voorspelbare Micki. Het stel heeft twee kinderen, Omer die van een ADHD-jongetje in een evenwichtige tiener veranderd is en Alma, het makkelijke kind dat zich tot een onbereikbare jonge vrouw ontwikkeld heeft. Iris voelt zich schuldig omdat ze tijdens haar revalidatie een machteloze mamoesj was. Ze is ervan overtuigd dat ze tegenover haar dochter gefaald heeft. 'Het is een hard lot om een moeder te zijn die niet functioneert', stelt ze vast als ze terugdenkt aan haar lange ziekbed. Ook haar relatie met Micki lijdt onder dat besef. Wanneer ze Eitan opnieuw tegen het lijf loopt, wordt er een hopeloos verlangen naar warmte en veiligheid in haar wakker. Ze komt in een ijldroom terecht waarin de waan het overneemt van de werkelijkheid. Pas als Alma helemaal dreigt af te glijden, recht haar wankele binnenste zich en vecht ze als een leeuwin. 'Soms moeten we onze kinderen steeds opnieuw het leven schenken', zo concludeert ze. Trouwens, niet alleen Iris, ook Alma is in de valkuil van zelfbedrog getrapt!

Jeruzalem met de Gouden Koepel
© neufal54
Shalevs personages vinden wel geluk maar altijd na een lange, moeizame strijd. Vaak nemen ze een foute route maar wel één die ze nodig hadden om tot inzicht te komen. Communicatie en emotionele banden tussen gezinsleden zijn in haar wereld nooit eenvoudig. Er is geen recept voor het leven! 'Vergeleken met ons is Sisyphus een amateur', kun je in Pijn lezen.

Hoewel haar universele karakters aantrekkelijk ogen en de destabilisering van Iris voor een groot stuk voortkomt uit de aanslag, zou het interessant zijn om haar hoofdrolspelers iets meer te laten spiegelen in de unieke socio-politieke (in ruimere zin dan de oorlogsrealiteit) en culturele achtergrond van de Israëlische maatschappij. De schrijfster doet dat enkel bij wijze van uitzondering. Heel even is de angst aanwezig voor het hachje van dienstplichtige kinderen (ook meisjes) of maakt Iris zich in twee zinnen sterk voor een tolerante samenleving. De directrice stelt bewust haar school open voor Arabieren en gastarbeiders. '...de straat wordt steeds extremistischer en racistischer', zo klinkt haar ongerustheid. Een rondje googlen leert je dat de overheid, omwille van het risico op aanslagen, niet meer afhankelijk wil zijn van Palestijnse werknemers en dus Aziaten, Oost-Europeanen, Turken... een verblijfsvergunning geeft. Een ander boeiend weetje betreft de Babylonische joden waartoe de naar Irakese muziek luisterende Micki behoort. Omdat Shalev ervan uitgaat dat toelichting ook hier niet nodig is, neem je Google opnieuw in de arm. Even later weet je dat de Babyloniërs in de 6de eeuw v.C. joden uit het nasmeulende Jeruzalem ontvoerden. Pas bij het ontstaan van de Israëlische staat in 1948 keerden velen van hen terug uit het huidige Irak. 'Welke identiteit levert een eeuwenlang verblijf in en rond de stad Babylon op?' is een vraag die gaat branden. Een personage als Micki mag best een diepere laag krijgen. 

Als de auteur haar idee over onrecht en vergeving kort uiteenzet, vraagt ze opnieuw achtergrondkennis van de niet-joodse lezer. De joodse religie houdt haar volgers voor dat vergeving het uiteindelijke doel moet zijn van een slachtoffer van een misdaad. Dat over het hart strijken hoeft niet vanzelf te gaan. De dader moet schuld bekennen, voor genoegdoening (eerherstel, schadeloosstelling...) zorgen en om vergiffenis vragen. Die kan dan de plaats innemen van wraakgevoelens. Zo krijgt de vicieuze cirkel van wrok en geweld geen kans... een idee waar ook sommige Westerse juristen oor naar hebben. Hoewel de attitude van vergeving wel aanwezig is in haar werk (Shalev is trouwens theologe van opleiding), lijkt het erg de moeite waard om deze kijk op strafzaken eens helemaal te verfijnen in romanproject.

Carmel market Tel Aviv
© Yevgeniy Shpika
Zeruya Sahlev zet volop in op de zieleroerselen van haar fictiefiguren. Die delen ze graag en uitgebreid met elkaar. Vaak lijken de conversaties op het oeverloos kletsen van boezemvriendinnen. Dat geeft haar werk een erg vrouwelijk karakter. Als je je daartoe aangetrokken voelt, zul je van haar koortsige stijl genieten. Ben je meer van het nuchtere en compacte dat onze eigen literatuur kenmerkt, dan worden haar verhalen door de herhalingen en uitweidingen soms langdradig. Haar taal kan bovendien gezwollen zijn. Bij zinnen als '...we zullen vurig branden tot we samensmelten...' of '...ze schenken hun braaksel aan de plaatselijke goden...', knipper je toch even met de ogen. De kracht van deze auteur is haar visie op het persoonlijke en sociale functioneren van mensen. Zonder schroom legt ze de complexiteit en de tragiek van ons lot bloot. Daarbij schuwt ze geen taboes. Zo blinkt de moeder van Iris uit in jaloerse bezitterigheid ten aanzien van haar eigen kroost. De titel Pijn kan met veel ladingen gevuld worden! Maar toch...als slachtoffers en nabestaanden van een brandende stadsbus op kunnen staan, dan kunnen burgers in andere gewonde steden dat ook!

Quotering: ***½

Uitgegeven bij Cossee - 2016
 

22 maart 2016

Evie Wyld - Overal vogelzang

Over randen en randjes !
 
 
'Het was er nog steeds..., het gevoel alsof er iets gehurkt in de vallei zat,
wachtend en kijkend en klaar voor de aanval.'

Schapenfokster Jake is een pezige vrouw die de dag begint met sit ups en 's nachts bezocht wordt door nachtmerries. Vόόr ze zich terugtrok op een Brits eiland, had ze de stiel in haar geboorteland Australië geleerd. In de stofdroge bush tussen roodrugspinnen, 'vliegen die uit je ooghoeken drinken' en macho kerels heeft ze zich het hoeden en scheren van schapen eigen gemaakt. Maar Jake is kwetsbaarder dan ze zich voordoet. Niet toevallig houdt ze mensen op afstand. 'Ik vertel hen de tussenstukjes van mijn leven, de stukjes die beschikbaar zijn', hoor je haar zeggen. Gaandeweg wordt duidelijk dat ze een groot geheim met zich meedraagt, een bladzijde uit het verleden die haar in permanente angst dompelt. Wanneer iets (een vos?) of iemand het op haar schapen gemunt heeft, slaat de paniek toe.
 'Niets raakt me in het donker aan', zo liegt ze zichzelf voor. De hamer onder de gootsteen en de halve baksteen in de vensterbank spreken een andere taal.

Woltafels in een schapenfokkerij
© Carmel James
In de tweede verhaallijn, die alsmaar belangrijker wordt, graaf je steeds dieper in de Australische achtergrond van de hoofdfiguur. Over deze passages hangt een unheimische, agressieve sfeer. Je komt terecht in de wereld van de prostitutie met de bijbehorende vernederingen en extreme kwetsbaarheid van sekswerkers. Zowel van de los-vaste krachten op de schapenfokkerij, die ruiken naar wolvet en whisky, als van het personage Otto gaat een aanhoudende dreiging uit. En Otto's hond is even vilein en gestoord als zijn baasje. Met deze achterliggende verteldraad haalt Evie Wyld een opvallend stilistisch kunstje uit. Ze zondigt tegen de gangbare chronologische geplogenheden en komt daar èrg goed mee weg!

Deze levensroute is één groot gevecht. Het is een rauwe confrontatie met natuurelementen, 'het incompetentielijstje' (Hoe red je een schaap uit zuigende modder?), het sadisme van de man die op Jakes pad kwam, de spoken uit onbesuisde tijden. Haar leven is illusieloos, zuiver gericht op het zich staande houden. Jake moet en kan zich meten met mannen. Daarnaast is haar vlucht ook een boetedoening voor een jeugdzonde die de donkere kant in elk van ons illustreert.

Overal vogelzang heeft Hitchcock-allures. In deze zintuiglijke roman weerklinken enge dierengeluiden: het 'getrippel van de buidelrat op het golfplaten dak', 'het stroperige gekrijs van de kaketoe', 'de roep van een vogel in de nacht die klinkt als een brandsirene'... Op eenzelfde manier strooit de schrijfster met geuren. 'Het ruikt er alsof hij een stoofpot onder zijn bed bewaart', is een typische Evie Wyld-quote.

De huntsmanspin komt voor in Australië
© en.academic.ru
Aan deze fictievrouw kun je alles toevertrouwen. Haar zeggingskracht verdient elf op tien! Haar grenzeloze verbeelding wordt superieur in taal verpakt! Dankzij het meesterschap van deze jonge auteur en de no nonsense-houding van haar hoofdpersonage is de tragiek van Overal vogelzang perfect verteerbaar. Het kan niet anders of deze, in originaliteit uitblinkende, schrijfster zal uitgroeien tot één van de meest toonaangevende in Groot-Brittannië! 

Dit is een gebald boek, zonder ademruimte. 'Onderhoudend' is in deze context een understatement! En als je er wat afstand van genomen hebt, verbaas je je over het feit dat dit zelfkantverhaal ontstaan is in de geest van een Londense boekhandelaarster... en verteld werd alsof ze Jakes alterego is!


Quotering: ****½

Uitgegeven bij De Geus - 2016

 

18 maart 2016

Kristine Bilkau - De gelukkigen

De gedwarsboomde generatie !
 
 
 'Er is niet zoiets als aanspraak op zekerheid.'
                        
Wanneer ben je beter af? Als je een gepamperde jeugd hebt gehad en niet ondervonden hebt wat materiële onzekerheid betekent of als een tegenovergestelde ervaring je opvoeding bepaald heeft? Bij het lezen van de 'De gelukkigen' is dat een moeilijk van je af te schudden vraag.

Georg en Isabell moeten het sowieso doen met de bagage die ze hebben meegekregen. Zij is een twijfelende, angstige vrouw die vaak aan het cocon van haar jonge jaren terugdenkt en haar eigen kind, de tweejarige Matti, overbeschermt. Ze ziet overal ziektekiemen en ongezond voedsel. 'Het zou alleen maar mis gaan als ze haar nek uitstak', is een veelzeggende uitspraak van deze controlefreak. Maar omdat het leven geen rekening houdt met de gevoeligheden van mensen, slaat het noodlot toe. De cellospeelster krijgt last van een trillende hand en raakt haar goed betaalde baan bij een musicalgezelschap kwijt. 

© Pixabay
Hoewel journalist Georg nuchterder omgaat met het bestaan, is ook hij geen kind van krimpende economische tijden. Als de krantdirectie banen wegsnoeit, raakt hij alle houvast kwijt. Terwijl hij dagdroomt over een plattelandswoning in Ierland of een ander romantisch oord, beseft hij dat het misschien niet eens mogelijk is om in hun vertrouwde wijk te blijven wonen. Ook Isabell vertoont escapistisch gedrag. Dat richt zich op het gaan winkelen in kleding- en delicatessenzaken die ze zich voorheen wel kon veroorloven.

Hoe meer tegenvallende sollicitaties, hoe hoger de spanning oploopt. Waar het stel in het begin van het verhaal nog talent had om met elkaar te communiceren en kleine ruzies op een ontroerende manier bij te leggen, sluipen grimmigheid, kilte, irritatie en zwijgen het gezin binnen. Georg zinkt weg in 'theatrale zwaarmoedigheid' en beiden verliezen ze hun zelfvertrouwen en gevoel voor eigenwaarde. 'Vreugdeloosheid verspreid zich als een gif,' kun je lezen. De gelukkigen illustreert het idee dat je eerst héél diep moet wegzinken om uit de put te kunnen klimmen. En net als ouders die een kind verloren hebben van elkaar wegglijden, blijkt ook dit leed lange tijd te groot om gedeeld te kunnen worden.
 
Kristine Bilkau heeft een medogenloze pen. Haar taal en beeldspraak zijn even doeltreffend als dartpijltjes die in de roos vliegen! Niet alleen wordt het psychologische spel tussen de partners en hun zoektocht naar een nieuwe identiteit rauw neergezet, ook maatschappelijke fenomenen zoals de beleggingsrage, beamerconferenties, de romantiek van het moederschap, autarkische bohemiens... krijgen vegen uit de pan. 
 
© Pixabay
Misschien moet je horen bij deze generatie van eind dertigers, begin veertigers, om je goed te kunnen verplaatsen in hun verlangen naar een status quo waarin geen plaats is voor het omgooien van het roer, het opentrekken van de horizon. Bij dit stel leidt een in de watten gelegde jeugd tot verstarring, tot een dromenloos existeren. '...ze zijn geen avonturiers. Maar hij wilde wel dat ze het waren', geeft Georg toe. Pamperen kan dus verlammend werken. Deze op zichzelf teruggeplooide leventjes hebben iets treurigs. Is zelfverwezenlijking niet iets doen met je talenten?  
 
De gelukkigen maakt je benieuwd naar de generatie die wel met grote vraagtekens is opgegroeid!
 
Quotering: ****

Uitgegeven bij Cossee - 2016 
 

14 maart 2016

Atte Jongstra - Aan open zee

Eilanden bestaan niet !
 
 
 'Het water neemt de vorm aan van de vaas waarin men het giet.'
 
Op Christiansø, een honderd zieleneilandje aan de rand van Denemarken, gebeurt nooit iets. Daarom is het de ideale plek voor een auteur die in alle rust een roman wil schrijven. Toch heeft Axel Borg, de hoofdfiguur uit Aan open zee, nog niet eens een beginidee voor zijn fictieproject. Hij denkt er zelfs aan plagiaat te plegen en zich Het Ravijn, een minder bekend boek van Ivan Gontsjarov, geestelijk toe te eigenen... tot hij ontdekt dat er rondom hem spannende dingen gebeuren en eender wie een verborgen agenda kan hebben. Als lokale vissers menselijke resten vinden, geraken de gebeurtenissen in een stroomversnelling en staat de kleine gemeenschap binnen de kortste keren in rep en roer. Axel Borg hoeft maar te observeren...
 
Wat op het eerste gezicht puur en onverdorven lijkt, blijkt er na verloop van tijd héél anders uit te zien. De Oostzee is zwaar vervuild, de vis doet zich tegoed aan mosterdgas, Russische straaljagers en onderzeeërs schenden het luchtruim en de territoriale wateren, een onderwereldfiguur komt schuilen voor achtervolgers... De zee uit de titel is inderdaad een open universum, geen beschermende wand.  

Christiansø
©  www.visitdenmark.dk
Gaandeweg voel je de bui hangen. Boontje komt om zijn loontje. 'Ge zijt tot afgod van boosdoeners verworden, Heer', roept de bijbelvaste Lutheraan Jens Mikkelsen uit. Genesis, het verzenboek over de schepping en de zondeval, parafraserend, laat hij god 'Er zij geen licht' uitspreken. Kenners van De Schrift zullen de orerende Mikkelsen nog beter kunnen duiden. Andere eilandgasten zijn zich, egotrippend, van geen dreiging bewust. Zowel Axel als de crimineel Dutch en politiecommissaris Mads Vilhelm zijn druk met hun eigen ambitie. Het zijn personages die van hun gevoel zijn afgesneden, het vermogen om van zichzelf en anderen te houden verspeeld hebben.

De karakters van deze roman gebruiken elkaar. Als de crisissituatie zich ontplooit, wrijven Axel en Mads zich in de handen. Om zijn imago van 'speurder des vaderlands' hoog te kunnen houden, manipuleert Vilhelm al jaren de bewijslast in zijn dossiers. 'Ook in het recherchewerk kun je Schepper zijn', pocht hij. De aan plagiaat denkende Axel heeft evenmin last van zijn geweten. IJdelheid regeert! Maar ook de visser die zijn doodzieke vangst verkoopt, heeft geen scrupules. 'Het water neemt de vorm aan van de vaas waarin men het giet.' Gedrag plooit zich naar de omstandigheden die zich aanbieden. Wat begint als een vermakelijk verhaal (de predikant die paarse groenten kweekt; de oude Stalinist; Vilhelm die met een pikhaak, waaraan menselijke resten zitten, op het dienstvaartuig stapt...) blijkt een cynisch schouwspel op te leveren. Maar terwijl je denkt af te stevenen op een apocalyptisch einde, verrast de auteur je door uit een heel ander vaatje te tappen.

Christiansø 
©  Bo Nielsen 
Deze kroniek over oerkrachten, waarheid en leugen, schepping en ontschepping, op drift zijn en ankeren... is strak gecomponeerd, met verve geschreven, zonder één holle zin en met overtuigende dialogen. Via beelden als 'gelaatstrekken die met cokes leken getekend' en 'er ging iets monolithisch van hem uit', geeft de auteur zijn visitekaartje af. De erg korte hoofdstukken doen een scènisch boek vermoeden maar, hoewel de camera zwenkt, behoudt de intrige wel zijn samenhang. Atte Jongstra's belangstelling voor de 19de eeuw krijgt ook in deze actuele vertelling een plaatsje: buiten Ivan Gontsjarov dient zich de Franse schrijver Joséphin Péladan aan. Hij is de bedenker van het citaat boven dit stukje en de man die vond dat kunst de mens tot god moest verheffen. Borg en Vilhelm zouden zijn geesteskinderen kunnen zijn.

En toch... Leermeesters hoef je niet een leven lang te volgen.
'Wat Axel betreft, lag het geluk nergens', kun je op één van de eerste pagina's lezen. Aan het einde van de winter op het eiland met de haringrokerijen en de sleedoornborrels denkt hij daar helemaal anders over. 
 

Quotering: ****

Uitgegeven bij De Arbeiderspers - 2016

11 maart 2016

Victor Klemperer - Zo zag de waarheid er op donderdag uit

Spartacus of de opstand van de slaven !

 
'Wat jammer dat je niet alleen maar toeschouwer kunt zijn
als je Duitser bent.'

Wie ooit de populaire citrytrip naar Dresden heeft ondernomen, kent Victor Klemperer. Toen Britse en Amerikaanse bommenwerpers, in de Feuernacht van 13 februari '45, de barokstad in de as legden, vluchtte de toenmalige Duits-joodse hoogleraar met een rugzak vol manuscripten in de richting van de Elbe. Het tafereel van de man die zichzelf en zijn levenswerk redt, is een beklijvend beeld. Pas jaren na zijn dood (in '60) zouden zijn geschriften een breed publiek bereiken.

In Zo zag de waarheid er op donderdag uit werpen dagboeknotities afgewisseld met journalistieke stukken een licht op een turbulente bladzijde uit de Duitse geschiedenis. Vlak na de Eerste Wereldoorlog polariseerde de vernederde en verpauperde samenleving met sterke klassenverschillen in versneld tempo. Links en rechts van het politieke centrum ontstonden radicale krachten die elkaar rauw lusten. In het beruchte jaar '19 doceerde Victor Klemperer in München, een baan die hij combineerde met het schrijven van krantenartikels voor de Leipziger Neueste Nachrichten


Geïnspireerd door de Russische revolutie en in navolging van de Spartacus-opstand in Berlijn grepen in de Beierse hoofdstad geradicaliseerde socialisten, anarchisten en sociaal-democraten de macht en installeerden op 7 april een radenrepubliek. Toen op 13 april ook de communisten mee gingen regeren, verharde de politieke koers. Het straatbeeld werd bepaald door gewapende soldaten, rode vlaggen en armbanden. De lijn met de Weimarrepubliek werd doorgeknipt, de universiteit moest veranderen in een revolutionaire hogeschool, 'de Leipziger' werd geconfisqueerd en publiceerde enkel 'rode kunst' en verordeningen van de Centrale Raad. 'Duitsland en de wereld bestaan niet meer', zo beticht Klemperer de coupplegers. De minachting voor het geestelijke zit hem hoog. Het meest hilarische voorbeeld van de nieuwe politiek is dat van de wasmanden. Omdat ministers, nu volkscommissarissen genoemd, dicht bij 'de kameraden' moesten staan, werd met het afschaffen van de afdelingschefs de bureaucratie een kopje kleiner gemaakt. Die maatregel zorgde voor wasmanden vol post in het kantoor van het departementshoofd. Zoveel chaos kon niet lang geduld worden. Het conservatieve Beieren was klaar voor een tegenrevolutie...

Bij het verhelderen van deze onmacht neemt Victor Klemperer geen blad voor de mond. Hij is scherp, spottend, ongenadig. 'Er komt geen einde aan de domheid', briest de chroniqueur. Of ook: 'Hoogstens een tiende deel van de bevolking houdt de overige honderdduizenden als in ketenen gevangen.' De radenaanhangers noemt hij 'een stelletje lachwekkende bohemiens' die 'een tragikomedie' opvoeren. Heel even, maar betekenisvol, verwijst de filoloog (Duitse én Franse taal) naar de verlichtingsfilosoof Montesquieu, die zich keerde tegen alle vormen van absolutisme en de scheiding der machten bepleitte. Klemperer toont zich een overtuigd democraat en liberaal. In weerwil van de conservatieve koers van zijn krant, blijft hij argwanend naar de invulling van elk politiek ambt kijken. Hoewel deze humanist zich een kritische ooggetuige van de geschiedenis toont, geeft hij zijn stukken niet veel duiding mee. Omdat zeker de lezer van nu daar behoefte aan heeft, werden aan deze uitgave uitgebreide voetnoten, een voorwoord en een historisch essay toegevoegd. Op die manier wordt de complexiteit van de context gefilterd en bevattelijk tot bij de hedendaagse toeschouwer gebracht.
 
München 1919: ook arbeiders werden bewapend.
Toch moet je ook goed tussen de regels kunnen lezen. Net als in de marge van de revolutie antisemitische vlugschriften verspreid worden en dito straatkreten weerklinken, zie je aan de rand van dit verhaal hoe loyaal Duits-joodse burgers waren. Joden worden wel eens 'de eerste echte Europeanen' genoemd. Ook Klemperer schrijft: 'De in essentie menselijke wereld is voor mij de Europese.' Hij streed als oorlogsvrijwilliger aan het westelijk front en had zich tot het protestantisme bekeerd. Over zijn collega-academici zegt hij: 'Het merendeel van de hoogleraren kwam niet op het idee het toenemende antisemitisme te bestrijden.' Aanjagers van jodenhaat waren, onder meer, de gewelddadige vrijkorpsen - paramilitaire eenheden van gedemobiliseerde beroepssoldaten - die steeds radicaler werden en later deels opgingen in de SA en de SS. Zij hadden een hoofdaandeel in het neerslaan van de Münchense bolsjewieken. Voor de rechtse tegenstanders van de Republiek Duitsland lag de weg voortaan helemaal open. De vlucht uit Dresden van de professor met de jodenster werd al in 1919 ingezet!


Quotering: ****½

Uitgegeven bij Atlas Contact
 

4 maart 2016

Péter Gárdos - Ochtendkoorts

Overleven is geloven in illusies !


'Maar mijn vader had in die tijd
belangrijker zaken aan zijn hoofd dan zijn leven.'

Als één van Lili's vingers niet even bewogen had bij de bevrijding van het nazikamp waar ze stervende was, dan was er geen relatie geweest tussen haar en Miklós, dan waren er geen liefdesbrieven in de handen van Péter Gárdos gedrukt en was er geen zoon geweest om dit aangrijpende verhaal op te schrijven! 'Soms was het lot de taaien genadig', zegt een stem in dit boek.

Wanneer Miklós, die Bergen-Belsen overleefde, na de oorlog in een Zweeds opvangkamp verzorgd wordt en röntgenfoto's duidelijk zijn over de zéér beperkte levensverwachting van de Hongaar, gaat hij niet zitten somberen maar onderneemt hij actie. Omdat hij in de tijd die hem rest een partner wil vinden, schrijft hij lotgenotes aan die elders in Zweden opgevangen worden. Uit die correspondentie komt Lili tevoorschijn. Hoewel het water tussen hen behoorlijk diep is - kampregels, gezondheidstoestand, weinig reisgeld - blijken ze allebei over een koppige doelgerichtheid te beschikken. Wie een concentratiekamp overleeft schrikt niet van de alledaagse wereld!

In het Duitse krijgsgevangen- en concentratiekamp Bergen-Belsen
werden 70.000 mensen omgebracht.
© Jessica Spengler 
In Ochtendkoorts spelen brieven een hoofdrol. Ze zijn niet alleen de getuigen van een tijdgeest maar ook de motor van een ontluikende liefde. Hun kracht ligt in het prikkelen van de verbeelding, het opvoeren van het verlangen en het onderhouden van de spanning die de man-vrouw-communicatie kenmerkt. In een tijd van Skype en selfies zou Lili bijna zeker zijn afgeknapt op de uitgemergelde Miklós met het metalen gebit. Door die brieven en ook de Hongaarse kranten, die twintig dagen onderweg zijn, loopt er een prettige traagheid door dit verhaal.  

Opvallend en eigenlijk verbijsterend is de mentale kracht van de kampslachtoffers, de hoofd- én nevenpersonages van dit boek. Op een enkeling na, iemand die de dood van zijn geliefde niet kan verwerken, rennen ze sneller het leven in dan hun broodmagere benen hen kunnen dragen. Houvasten hierbij zijn kameraadschap (die ontroerende proporties kan aannemen), zang en dans, het maken van gedichten, een nieuw maatschappijmodel dat socialisme heet... en, je bent niet voor niets Hongaar, partijtjes schaak. Hoop en toekomstgerichtheid zijn hun drijfveren, ook al moeten ze daarvoor in illusies geloven.

Boedapest: zicht vanuit Pest op Buda
©  Scriptor
Ochtendkoorts is doorgaans lichtvoetig verteld, balancerend tussen laconieke ernst en relativerende knipoogjes. Het snaakse gedrag van Miklós en zijn kameraden maakt de omstandigheden voor hen en de lezer draaglijk. Ze roken stiekem sigaretjes, verzinnen leugentjes om bestwil, doen aan fototrucage en breken de dossierkast van de dokter open. Over de oorlogsgruwelen zwijgen ze. Die neemt de schrijver-zoon, op momenten die daarom vragen, wel in de mond. Met eenzelfde ernst toont hij het gevecht van Lili met haar joodse identiteit en de verontwaardiging van haar vriend over zijn status in het opvangtehuis. 'Wat was hij hier eigenlijk? Een patiënt? Een vluchteling? Een dissident? Een tijdelijke gast?' Het lijkt wel een protest van een hedendaagse bewoner van een asielzoekerscentrum.

Hoewel de stijl van Péter Gárdos de sfeer en de gemoedsgesteldheid in deze autobiografische roman tot hun recht laat komen, zit de filmregisseur (die hij ook is) de auteur wat in de weg. Zijn literaire camera zwenkt een beetje nerveus van scène naar scène. Op die manier moet de lezer te snel afscheid nemen van een beleving of een beschouwing. Ondanks deze vertelhaast is Ochtendkoorts een eerbetoon aan de veerkracht van de mens die het leven wegsleept voor de poorten van de dood!          


Quotering: ****

Uitgegeven bij Ambo Anthos - 2016