28 januari 2016

Als je iemand verliest die je niet kan verliezen - Ish Aït Hamou

Delen is oplossen !



'Een leven heeft maar één start.' Eén start en één einde.'

Je ziel openen tegenover een passant in je leven, bijvoorbeeld iemand die je in een trein ontmoet en wellicht nooit meer terugziet, voelt veiliger aan dan je bloot te geven aan een mens die je steeds opnieuw onder ogen moet komen. Dat idee zal meegespeeld hebben toen Sheila, een topchirurg die de weg kwijt is, een treintafeltje deelde met migrant Sulayman. Maar ook hij heeft littekens opgelopen.

Dat Sheila haar baan bij een gerenomeerd ziekenhuis heeft ingeruild voor een functie zonder uitstraling in de provincie, wekt argwaan bij haar collega's. Wanneer haar handen beginnen te trillen in het OK, ontsnapt ze niet meer aan de argusblikken en scherpe vragen van de mede-chirurg. Voor even kun je jezelf wijsmaken dat een probleem geen probleem is maar ooit komt het moment waarop je de confrontatie niet meer kunt ontlopen. Die crisissituatie vormt het hart van deze novelle.

'Als je iemand verliest...' is geen wegleesverhaal. Ish vraagt je bladzijde na bladzijde om de menselijke identiteit en het lot te beschouwen. Hij eist dat je stilstaat en nadenkt. Gratuit is een woord dat niet bij deze auteur past. Elk element van de literaire compositie is met zorg en met een bedoeling gekozen. Zo is de Disney-animatie The Lion King meer dan een gewone jeugdherinnering van de arts. Wie niet bekend is met de film, zoekt best even op welke overeenkomsten er zijn tussen Sheila's worsteling en die van de leeuwenkoning. Ook de ontmoeting van Sulayman met een echte leeuw kun je zien als een parabel, een uitgebreide metafoor om een moreel of psychologisch idee te illustreren.

© Pixabay
Vanuit zijn sociaal-filosofische bewogenheid drukt Ish je op feiten. Dat doet hij vaak aan de hand van tegenstelllingen: ego's tegenover empathie, individualisme tegenover communicatie, controle tegenover loslaten, confrontatie tegenover ontsnappingsroutes, moeilijk tegenover makkelijk... Ook beschouwt hij hier het terugkerende begrip 'tijd'. 'Tijd is een kostbaar bezit, gebruik hem waar hij voor bedoeld is', lijkt de boodschapper te zeggen. Bovendien kan tijd je de hand reiken.

Ish neemt je graag tegenvoets. Op momenten waarop je denkt niet jezelf te zijn, word je net jezelf, is een les die Sheila leert. Ook met de interpretatie van de titel kun je meer dan één kant uit. Interessante denkers zijn dwarse denkers. Zo word je er fijntjes op gewezen dat geweldsdelicten uit alle lagen van de samenleving kunnen komen en meer dan één gezichtskleur hebben.  

'Als je iemand verliest...' is een esayistische novelle. De denkende verteller van 'Hard hart' en 'Cécile' is een vertellende denker geworden. En voor wie het nog niet begrepen heeft: ook in Ish zit een verpleger, een zachte hand die over de ziel van zijn medemensen strijkt!

Quotering: ****

Uitgegeven bij Manteau - 2016
 

26 januari 2016

Woesten - Kris van Steenberge

Een dorp zo groot als het leven !


'...ik kan niet zeggen wat het hardst brandt op de huid:
zonnestralen of mensenblikken.'

In dorpen kan het leven lang verstarren maar het kan er ook plots gaan spoken. Onder het West-Vlaamse Woesten van het fin de siècle legt de tijd meer dan één clusterbom. Het is een gemeenschap met standsverschillen, seizoenarbeiders en jaarmarkten waar vechtersjassen en circusartiesten om beurten de aandacht opeisen. Als Elisabeth, de mooie dochter van de smid, de kans krijgt om een huisarts te trouwen, aarzelt ze misschien heel even maar niet lang want: 'Ze wilde weg van de zware grond die je...naar zich toe zoog alsof de zwaartekracht zijn werk hier niet naar behoren deed.' Ontsnappen blijkt achteraf niet zo simpel te zijn. 

Wanneer hun tweeling wordt geboren tuimelt Elisabeths geluk in een valkuil. De ene jongen erft haar schoonheid en de andere is zo mismaakt dat hij de spotprent van het dorp wordt. Van dan af bestaat er voor vader Guillaume slechts één kind, de verminkte krijgt niet eens naam. Terwijl de arts zich lusteloos in de drank stort, voedt Elisabeth zich met de geestelijke bagage die mijnheer Funke, een Duitse inwijkeling, trouw met haar deelt. In de aanloop naar de Eerste Wereldoorlog raken ouders en kinderen steeds meer op drift. Als de modder uit de loopgraven spat, blijkt, dat wat stuk is, nog altijd meer stuk kan gaan.

(Toneel)schrijver Kris van Steenberge laat zijn karakters op een tastbare en imponerende manier hun identiteit uitdragen. Zo is er Guillaume, de hoog functionerende autist met de bijbehorende tunnelvisie en emotionele armoede. Hoewel zijn handicap veel bedreigender is dan die van zijn zoon, Nameloos, wordt hij door de dorpelingen gerespecteerd. De monddode kreupele, daarentegen, wordt beschimpt. Hoe goed de auteur deze psychische stoornis kent, blijkt onder meer uit het 'gekopieerde' gedrag van de arts. Als het tijd wordt om Elisabeth te kussen of haar, wat later, ten huwelijk te vragen, doet hij precies wat volgens zijn vriend Rosten moet gebeuren. Tot reflecties over gevoelens en warmte in het eigen hart zijn autisten niet in staat! Die lacunes maken van Guillaume een uiterst geloofwaardig personage. Dat laatste geldt ook voor zijn vrouw die met de wreedste kanten van het leven geconfronteerd wordt maar toch een stille kracht in zichzelf behoudt. En de tweeling leert ons niet te vertrouwen op eerste indrukken. Wie van hen beiden is slim en wie (vrij) dom? Wat is schoonheid? Zelfs de nevenpersonages zijn met fotografische precisie scherp gesteld.

282 Franse gesneuvelden op de 'carré militaire' van Woesten
In West-Vlaanderen is de Grote Oorlog nadrukkelijk aanwezig!
© DirkVE
Dankzij het meervoudig vertelperspectief worden de afstand tussen man en vrouw inzichtelijker gemaakt, sleutelscènes beter belicht en de spanning gestaag opgevoerd. Maar verleiden doet een literator vooral met zijn taal. Bij Kris van Steenberge wil je tegelijkertijd doorgaan én stilstaan. Hoogst zelden krijg je woorden onder ogen die zo'n krachtige beelden en doordenkertjes opleveren:
- '(Nameloos) moet leren houden van spiegels ook al is zijn moeder minstens zo mooi als haar spiegelbeeld.'
- 'Ze snapte plots waarom de gevel van mijnheer de burgemeester zo wit gekalkt was dat het zonlicht zichzelf haast pijn deed.'
- 'Vooral de tralies verleren gekooide vogels het vliegen.'
...
Deze stylist heeft een zachte hand die hard kan slaan!

'Woesten' is een noodlotsdrama, een klassieke vertelling die, zoals het een groot auteur past, met geheel nieuwe klanken en kleuren wordt uitgerust. Conform de tijd waarin het scenario zich afspeelt, oogt dit boek als een hedendaagse versie van een 19de eeuwse Franse of Russische roman en gooit, omwille van de heftige aanvaringen tussen de antagonisten, tegelijkertijd een lijntje uit naar de Griekse tragedieschrijvers uit de Oudheid.

Deze debuterende gigant heeft een eindeloos inlevings- en voorstellingsvermogen. Wat zijn pen aanraakt is meteen grote-prijzen-materiaal!

Quotering: *****

Uitgegeven bij Vrijdag - 2013

24 januari 2016

Bill Bryson - De weg naar Little Dribbling

Een 60-plusser ziet wat er niet meer is...


'Dat maakt het zo fijn om buitenlander te zijn:
dat je de gelegenheid krijgt je aan een heleboel nieuwe brokjes cultuur te hechten...'

Als je dag na dag geniet van een ritje naar je werk met de dubbeldekbus, dan beschik je, zelfs als je op zeezicht getrakteerd wordt, over reizigers-dna. De Amerikaans-Britse auteur Bill Bryson is zo iemand. Al zo'n vier decennia kijkt hij gepassioneerd, kritisch en, meestal, goedgemutst naar de wereld. Twintig jaar na 'Een klein eiland', wandelt en rijdt hij in 'De weg naar Little Dribbling' opnieuw kris kras door Groot-Brittannië. De 60-plusser, die Bryson intussen geworden is, blijkt nog beter dan vroeger in staat om zijn waarnemingen in een tijdsperspectief te plaatsen. Dat, in gedachten, heen en weer bewegen tussen toen en nu levert een laconiek-weemoedig boek op waarin allerlei vormen van verlies de toon zetten. Zijn scherts heeft steeds een ernstige, bezorgde ondertoon.

In het groene en heuvelende Groot-Brittannië raak je nooit uitgewandeld.
© www.ihacom.co.uk
In weerwil van de 'National Trust for Places of Historic Interest or Natural Beauty', een organisatie die op talloze vrijwilligers kan rekenen en uitstekend werk verricht, bedreigen groeiend asfalt, bedacht door individuen (een voortuintje wordt garage) en projectontwikkelaars, maar ook kusterosie en een dramatische terugval van flora en fauna, het groene paradijs. Hoewel er nog steeds 210.000km publieke wandelpaden zijn, is waakzaamheid geboden! Ook in de verstedelijkte kernen is de teloorgang overduidelijk zichtbaar. De overal aanwezige detailhandel, de historische panden en florerende badplaatsen uit 'Een klein eiland' zijn weggeteerd. De auteur heeft het over 'stadjes op zwart zaad'. Tot Brysons verdriet wordt er bovendien flink gesnoeid in zorginstellingen, de cultuursector, openbaar vervoer...voor de gemiddelde Europeaan zijn dat herkenbare zorgen. Maar er is ook immaterieel verlies: de ooit zo stille Britten die hun mobiele gesprekken ongevraagd met anderen delen, de ingetreden taalverloedering, de steeds dommer wordende computer gestuurde mens en eilanders die veel minder dan vroeger rekening houden met elkaar. Het is een aandoenlijk mopperen dat ingegeven wordt door zijn liefde voor de geadopteerde natie.
 
Toch is het lang niet allemaal kommer en kwel op deze route. Als we deze reiziger mogen geloven is het Lake District de mooiste plek op aarde en Durham het aantrekkelijkste plaatsje op onze planeet. Helemaal op z'n Brysons wordt er ook volop genoten van pubs, tea rooms, koffiebars en cafetaria's, waar, afhankelijk van de dorst, de keel gesmeerd wordt met thee, koffie of (teveel) half liters lager. Een vrijbuiter hoeft niet altijd in de pas te lopen!
 
Wie ooit in een psychiatrische inrichting werkte (Bills eerste baan in GB), heeft blijkbaar een affiniteit met niet-sporende menselijke trekjes. Dat levert kleurige personages op zoals Arthur Conan Doyle (de schepper van Sherlock Holmes) die twintig boeken schreef over spiritisme of royals die niet in het koninklijke keurslijf passen. Maar de stoet tragische karakters is veel groter. Dat de Britse Yank empathie heeft, blijkt uit zijn aandacht voor aan TBC,  arsenicumvergiftiging of, als gevolg van een fataal ongeval, gestorven burgers die zich verdienstelijk hebben gemaakt voor het vaderland. Mededogen is er ook voor nuttige geesten die, miskend, een al dan niet armoedig levenseinde tegemoet gingen. 
 
De Trout Inn, de huispub van inspector Morse
© Helena
Op tandenknarsende momenten voert de schrijver denkbeeldige dialogen waarin hij de verbale rijzweep hanteert. Zijn vrouw heeft hem geleerd niet steeds de openlijke confrontatie met het menselijk tekort aan te gaan. Binnensmonds schimpen op 'incompetente idioten' kan evenzeer opluchten. Op weg gaan met Bill Bryson is altijd een les in leven! Die les leert hij zelf ook. Zo noemt hij zijn tweede vaderland 'kalm en beheerst en zeer volwassen...iets van grote waarde.' Daarbij hebben Britten 'het vermogen om een intens en duurzaam plezier te ontlenen aan de kleinste dingen'.

Deze meester van het reizende schrijversgilde prikt in ons lot maar laat je nooit bedrukt achter. Hoewel zijn eigenzinnige verbeelding en gedachtesprongen nog steeds voor glimlachend leesplezier zorgen, klinkt hij minder schavuiterig dan vroeger. Ook kwajongens worden groot. Wie Bill Bryson verslijt voor een imaginair lid van Monty Python, negeert zijn nostalgische diepgang! Met het verstrijken van de jaren wijzen de mondhoeken van een scherpziende clown steeds verder naar beneden!
                                                                                                                 

Quotering: ****½

Uitgegeven bij Atlas Contact - 2016
 

20 januari 2016

Arita Baaijens - Zoektocht naar het paradijs

Kennis kun je voelen !


'Ik verlang naar een minder kille wereld,
eentje waar ruimte is voor het onzegbare...'
 
Op zoek gaan naar de leegte om het gat in jezelf te vullen, lijkt een contradictorische doelstelling. Toch is dat de opdracht die biologe en spirituele ontdekkingsreizigster Arita Baaijens zichzelf meegeeft als ze naar de Altaj trekt. Deze Centraal-Aziatische streek is een cultureel-historische entiteit die door politieke machten verdeeld werd over Kazachstan, Rusland, Mongolië en China. Dankzij het ongetemde karakter van de regio (met bergreuzen hoger dan 4.000m), hebben de bewoners hun aloude levenswijze en -filosofie in tact kunnen houden. Het zijn nog steeds nomaden die hun vee afwisselend op zomer- en winterweiden laten grazen. Uit hun verbondenheid met de natuur ontstond het sjamanisme, een geritualiseerde geestelijke wereld die geleid wordt door sjamanen, leden van de gemeenschap die in staat zijn contact te maken met het bovenaardse.

Eeuwige sneeuw in de Altaj
© www.jmktour.net
Gesteund door een logistieke ploeg van (elkaar afwisselende) fixers, tolken, paardenbegeleiders en een bevriende Amerikaanse cowboy, trekt de schrijfster in de drie maanden durende Altay-zomer over bergen en door dalen met snel vlietend gletsjerwater, rijdt ze tussen uitgestrekte bloemenvelden en verbeeldt ze zich de wolven en beren in het aangrenzende bos. Mondvoorraad wordt aangevuld met wilde look en rabarber, een gevangen visje en thee van de zwarte bessenstruik. Slapen doet het gezelschap in tentjes, bij familie van de begeleiders, bij herdersgezinnen, vaak ook in een joert (een nomadentent). Ondanks rug- en hoofdpijn als gevolg van de urenlange paardenzit geeft de reizigster geen krimp want expeditieleden, zo wil een ongeschreven wet, klagen niet. Hoewel de omgang met onwillige teamgenoten, die een makkelijke cent proberen te verdienen aan de afhankelijkheid van een buitenlandse, geregeld tot conflicten leidt en ook het noodweer toeslaat, is van opgeven geen sprake. Toch is dit verhaal geen jongensboek maar een zintuiglijke tocht die naar inzicht moet leiden. Gaandeweg verliest ze het besef van tijd, voelt ze zich opgenomen in het universum. Of ze ook Shambhala, het paradijselijke schemergebied met lang levende gelukkige mensen, zal vinden, is de vraag...

In Zoektocht naar het paradijs brengt Arita Baaijens een nagenoeg blinde vlek op de wereldkaart met het grootst mogelijke respect tot leven. Ze tekent het kleine en het grote, de pioenrozen en orchideeën, de sneeuwluipaarden, de licht- en kleurschakeringen, de keelgezangen waarin het landschap reflecteert, de 'bonsaituinen' boven de boomgrens, duizenden jaren oude grafstenen... en vooral de in traditie en tijd gewortelde hooglandbewoners. Hoeveel inzet het overleven in deze barre omstandigheden ook vergt, Altajers plooien niet. Onder druk staan ze wel: aan de randen van hun woongebied lonken hebberige politici, investeerders, tours operators, mijnexploitanten, trofeejagers (steenbokken en beren)...naar rijkdommen waar nomaden niet over onderhandelen. Een minstens even geduchte belager is de klimaatverandering. Hogere zomertemperaturen zorgen voor meer sneeuw in de winter en dus hongerende schapen.
 
Eindeloze bloemenvelden karakteriseren de streek
© hague6185.wordpress.com
Om de Altaj een gezicht te geven heeft de auteur haar buitengewone taalvaardigheid aangesproken! Wil je steeds opnieuw woordvarianten vinden om berg, dal, dier en mens te portretteren en die koppelen aan originele stijlbeelden, dan moet je uit erg goed hout gesneden zijn! Een willekeurige greep uit het aanbod:
- 'uitgeknipte landschappen als coulissen achter elkaar gezet, vouwen (in een overhemd) zo scherp dat je er brood mee kon snijden, het gesnater van smeltwater, een vulkaan die op een zee van ochtendmist drijft, schouders (als) een ophaalbrug, jichtkoude lucht, gekantklost fluitenkruid, muizen zo dik als een opgerolde sok...'
 
Toch stel je vast dat taalcommunicatie en de verbeelding van de lezer hun grenzen hebben. Die laatste kunnen verlegd worden als je over bijbehorende foto's beschikt. Deze (of andere) kiekjes hadden de vertelstem kunnen verrijken:
-de oude moeder die haar jak melkt, een lasso werpende herder, een berenverschrikker, de aankleding van een joert (met wandkleden die een persoonlijk of historisch verhaal vertellen), de flora die elk biologenhoofd op hol brengt, en, waarom niet, 'Barbie', de kokette tolk die niet thuis geeft als er gewerkt moet worden.

In Zoektocht naar het paradijs speurt Arita Baaijens naar de invloed van landschappen op de geest en bijgevolg op de levenswijze en -beschouwing van mensen. De 'onzichtbare maar in werkelijkheid merkbare krachten die de psyche beïnvloeden', noemen de Altajers de 'ee'. Kijkend in deze spiegel treedt de biologe uit 'de strakke denkkaders' van de wetenschap en de Verlichtingsfilosofie. Kennis kan op verschillende manieren vergaard worden en doorgeleerd hebben betekent niet dat je het wezen van de dingen hebt aangeraakt. Daarvoor moet je je zintuigen gebruiken en één worden met de natuur, zo leert ze. Minder spiritueel ingestelde lezers zullen wellicht worstelen met het begrip 'kosmische orde', het beeld van 'sprekende bergen' en het opvoeren van god als weerman. Maar ook de meest rationele lezer vindt geestelijke bagage in dit boek.

Van deze loodzware tocht met extatische momenten blijft heel wat hangen, zeker ook de gedachte dat een Altaj-nomade nooit méér van de natuur neemt dan hij kan gebruiken. Of, zoals de auteur het formuleert: 'Yes we can, zul je niet zo snel horen in dit land van herders en sjamanen'!


Quotering: ****½

Uitgegeven door Atlas Contact - 2016