2 augustus 2015

Wil Boesten - Grond

Limburg mie landj¹
 
 
'Het onuitstaanbare idee...dat hij opgesloten bleef
in een benauwde wereld van kerk en fanfare
had zich in hem vastgebeten.'
 
Als de wereld stilstaat, word je op jezelf teruggeworpen. Dat kan je overkomen als je in een vakantietuin zit maar ook als je strandt op de luchthaven van New York. Dat laatste gebeurt met Lucas, de trompettist-hoofdpersoon uit Grond, in 2010. Op dat moment legt de IJslandse vulkaan met de onuitspreekbare naam het vliegverkeer naar Europa lam. Wanneer hij een telefoontje krijgt met het nieuws dat zijn oom Louis overleden is, trekt het verleden aan hem voorbij. Langzaam maar zeker komen knaagdieren te voorschijn, tandjes die zich een weg vreten naar weggemoffelde vragen en herinneringen.

Lucas is een man uit het Limburgse heuvelland, wat niet wil zeggen dat gemoedelijkheid deel uit maakte van zijn jonge leven. Clichés zijn er om ontkracht te worden. Zijn grootvader, die hem na de dood van zijn ouders onder zijn hoede neemt, heeft een betweterige, harde kop die geen tegenspraak duldt. In het katholieke zuiden van de jaren '70-'80 heerst autoriteit in plaats van inspraak. Morele chantage zorgt ervoor dat Lucas in Utrecht geneeskunde gaat studeren in plaats van zijn passie voor de muziek te volgen. Daar vindt hij leermeesters in de vorm van een conservatoriumstudent, die net als hij het trompet spelen geleerd heeft in de fanfare, en Ralph, een muziekminnende vriend. Het laatste duwtje op weg naar zichzelf krijgt hij van zijn oom. ‘Je moet niet íemand worden, je moet worden wie je bént,’ zo houdt Louis hem voor. ‘Bijten in de hand die je voedt’, noemt Ralph het. Maar zelfs als je dat begrepen hebt, ligt de wereld nog niet aan je voeten. Lucas blijkt een onzekere man te zijn, een muzikant met faalangst, iemand die te vaak ‘sorry’ zegt. En omdat de tijd nu plots stilstaat, begint de magmakamer in hem onweerstaanbaar te borrelen.

Geuldal Zuid-Limburg
© Bert Kaufmann
Grond is een verhaal vol Limburgs gevoel en couleur locale. De glooiende streek met hazelnootbomen en leeuweriken waar op zondag gestoofd konijn gegeten wordt, ontrolt zich moeiteloos voor je ogen. Wil Boesten vergeet evenmin om ze als grensland te typeren. Er is de Vlaamse tante, het Duitse desembrood en de Franse kom koffie. En grootvader doet aan frühsjoppen², in de alcohol duiken vóór het middaguur. Tegelijkertijd rekent de auteur af met het juk van kortzichtige opvoeders, kleine lui die vastgeroest zijn in het onder-de-kerktoren-denken. Terwijl boven de grote rivieren Lucas’ leeftijdsgenoten al lang ontvoogd zijn en uitblinken in assertiviteit, gaat rond Maastricht de strijd tegen een in zichzelf gekeerde regio nog steeds door. Bij Zuid-Nederlandse en Vlaamse lezers zullen zeker lichtjes gaan branden…

Toch is Grond groter dan een provincie. Dit is een boek over dromen van jonge hemelbestormers, over het overschatten (Ralph) en het onderschatten (Lucas) van zichzelf en de grenzen van het leven maar vooral over omgaan met verlies, opgedrongen schuldgevoelens en het verlangen naar het vanzelfsprekende.

Met een omtrekkende beweging neemt de verteller je mee van The big apple naar een onopvallende stip op de wereldkaart. The place to be heeft niet altijd een ronkende naam. Voor het transport van dit eruptieverhaal vertrouwt Wil Boesten op zijn volle, vrijgevige, ongeremde stijl die aansluit – hoe kan het ook anders – bij die van zijn Vlaamse collega’s!    

¹ 'Limburg mie landj' is een klassieker van de Sittardse volkszanger Jo Erens.
² Een sjoppen (Nederduits) is een drinkglas.
 
Quotering: ****

Uitgegeven bij Atlas Contact – 2015
 
De boeken van Wil Boesten