25 oktober 2015

Patrick Modiano - Het circus komt voorbij

Onbetrouwbare passanten !
 
 
 'Hij zou zich bij alle figuranten, alle armzalige rekwisieten
van een bepaalde periode van mijn leven voegen.'
 
Bij Patrick Modiano zoek je tevergeefs naar een coherent verhaal of uitgediepte personages. Voor een lezer met een klassieke smaak is dat wennen. In het werk van de Nobelprijswinnaar van 2014 regeren sfeer, vluchtigheid en melancholie.

Het circus komt voorbij serveert het ene mysterieuze karakter na het andere. Er is Gisèle, een jonge meid, die met een zwaar koffer en een hond door het leven gaat en onderdak vindt bij, Jean, de achttienjarige ik-persoon. Ze is op de vlucht maar omdat ze terughoudend is weet je niet precies waarom. Gisèle gaat om met Jacques de Bouvière en Pierre Ansart, zachtmoedige en tegelijkertijd dwingende mensen, gul aan de ene kant, verdacht aan de andere. En dan is er Grabley, een huisgenoot van de verteller, die zijn avonden in striptease-tenten doorbrengt en op zondag naar de kerk gaat. De grote afwezige die zich als een schim door deze scènes beweegt, is de vader van Jean.

Jardin du Luxembourg
© artonthefly
Modiano is de schepper van dolende acteurs. Ze zwerven door Parijs en door het leven. Ze reiken elkaar de hand om elkaar niet veel later alweer los te laten. De ene ziel raakt de andere als een schampschot. Bijgevolg zijn eenzaamheid en uitzichtloosheid hun lot. Ze zijn op een doelloze manier onderweg. 'Ik was als een reiziger die in een rijdende trein stapt en in het gezelschap van drie onbekenden terecht komt', beseft Jean. En hij vraagt zich bovendien af of hij niet op de verkeerde trein is gestapt. Aan het trio zit een reukje maar je ontdekt nooit waar dat onfrisse vandaan komt.

Om de voedingsbodem voor Modiano's kijk op de wereld te duiden, moet je terug naar zijn jeugd. Die bracht hij voornamelijk door in strenge kostscholen en bij al te vaak afwezige ouders. Ook in Het circus komt voorbij wordt er niet één keer opgebeld vanuit Italië of Spanje, de respectieve verblijfplaatsen van Jeans vader en moeder. De manier waarop hij zich vastklampt aan Gisèle wijst op verlatingsangst. 'En zelfs als ze een misdaad had begaan zou me dat koud laten, zolang ze maar levend, in haar zwarte rok en pullover, tegen me aanleunde', zo klinkt zijn wanhoop.

© Fabio Venni
Net als in zijn andere boeken is Parijs hier meer dan een decor. Het is de spiegel van ontheemde zielen, meer Pigalle dan de Tuilerieën, meer vaudeville dan cultuurtheater, meer nacht dan dag. En zoals het huis aan de Seine zijn meubels en schilderijen aan de lommerd heeft moeten afstaan, zo leiden de personages een ontmanteld bestaan. 

Wie houdt van karakters die een ontwikkeling doormaken en van confrontaties tussen zielen, zal bij Patrick Modiano niet aan zijn trekken komen. Treinen, taxi's en rondvaartboten symboliseren kortstondige ontmoetingen met mensen die 'verdwijnen in de tijd'. Een ontworteld kind kan nooit een vertrouwen koesterende volwassene worden!

Quotering: ***

Uitgegeven bij De Bezige Bij - 2015


De boeken van Patrick Modiano
 

23 oktober 2015

Jan Brokken - De kozakkentuin

Wortelen op een uithuizige plek
 
 
'Tijdens de gesprekken die we voerden,
plantte hij een diep humanistisch gevoel in mij.'
 
Als officier van justitie Alexander von Wrangel, halfweg de 19de eeuw, Fjodor Michaïlovitsj Dostojevski leert kennen, woont de auteur in een Siberische boerenhut van gestapelde boomstammen. Omdat hij zich ophield in een politiek kritisch milieu, was de beginnende schrijver uit Petersburg verbannen. Hoewel hij intussen ontslagen is van dwangarbeid ziet zijn leven er armzalig uit: geen kopeke te makken en afgesneden van de gecultiveerde tsarenstad aan de Finse Golf. En tot nader order moet hij verplicht in het leger dienen.
 
Fjodor Michaïlovitsj Dostojevski in 1876
Ook voor baron von Wrangel is Semipalatinsk een op sterven na dood oord, een plek waar niet eens een goochelaar langskomt. ‘Het was een beklagenswaardig stadje, arm aan indrukken, vastgelopen in roddel en kibbelarij’. Maar als jonge ambtenaar moet je érgens je strepen verdienen. Het ligt dus voor de hand dat de twee ontheemden veel met elkaar optrekken. Al snel ontstaat er een zeer loyale vriendschap die jarenlange sporen zal trekken in het leven van beiden. De materiële afhankelijkheid van de gevangene wordt gecompenseerd door zijn rijke geest. Pijprokend en gevoed door de schaarse kranten en boeken die Centraal-Azië bereiken, voeren de kameraden eindeloze gesprekken over de maatschappij en het menselijk lot. Tussendoor vecht Dostojevski met wanhoopsbuien, ingegeven door de onzekerheid over zijn vrijlating en een onverkwikkelijke liefde. Maar op dagen met rustiger vaarwater begint hij, in weerwil van het publicatieverbod, opnieuw te schrijven…
 
Alexander von Wrangel is een man die deugt. Hij is niet alleen een idealistische ambtenaar die tegen corruptie en middeleeuwse wetgeving strijdt maar ook een vriend die onafgebroken ijvert voor de vrijlating van zijn compagnon de route. En Dostojevski leer je kennen als een bescheiden ziel, die tegelijkertijd iets messiaans heeft, en bijna altijd een rechte rug toont. Alleen in de liefde is hij kwetsbaar. Over zijn Maria zegt hij: ‘Ze kwam op het droevigste moment in mijn leven en reanimeerde mijn ziel.’ Een beetje wishful thinking is hier wel in het spel. Als er achter je horizon weer een andere eindeloze steppe ligt, is dromen een manier van overleven.
 
Met een tarantas over de steppen denderen
was niet bijzonder comfortabel!
Altijd is het een voorrecht en een plezier om F.M. te horen praten alsof je bij hem staat. ‘Ik begrijp niets van die filosofen, zeker niet van Duitse filosofen’, moppert hij tijdens een van de levendige gedachtenwisselingen. Maar er hangt niet alleen een microfoon in De kozakkentuin, het zomerhuis van de officier van justitie. Jan Brokken heeft er ook een camera geïnstalleerd. Die neemt close-ups van de verbannene terwijl hij zich te goed doet aan pijnboompitten met honing, zich uitleeft in tuinieren en, op een minder gelukkig moment, de bloembedden vertrappelt. Op de achtergrond zorgen de ringslangen, die zich als melk slurpende huiskatten gedragen, voor vermakelijke scènes. Tijdens die zomers op de steppe ontstaat een interessant spanningsveld tussen onvrijheid en vrijheid.

Dat net deze periode uit het leven van Dostojevski belicht wordt, is meer dan bijzonder want ze tekent de mens én de schrijver in wording. Alle grote thema’s van zijn latere boeken worden hem in Semipalatinsk aangereikt. Zijn strafkampervaring verliteraturen valt hem het zwaarst. Over Aantekeningen uit het dodenhuis, doet hij jaren. Anderzijds brengt hij wel een niet-aflatende belangstelling op voor het werkmilieu van Alexander die moordenaars moet aanklagen en beulen in de ogen kijken. F.M. zal altijd naar de beweegredenen achter de misdaad zoeken, een nieuwigheid voor die tijd. ‘Alles wat we samen meegemaakt hebben, heeft hij op de ene of andere manier een plaats gegeven in zijn romans,’ concludeert zijn zielsverwant.

Wapenschild van Semipalatinsk
Dankzij brieven, memoires en andere tijdsdocumenten, aangeleverd door de Baltische nazaat van de baron, kan Jan Brokken deze fidele mannenrelatie met zijn lezers delen. Omdat Alexander, de verteller-getuige, een bedachtzame, onderzoekende geest heeft en zijn eigen indrukken in vraag durft te stellen, stoort het niet dat het slechts de kijk is van één mens. Nergens krijg je het gevoel dat er met tunnelvisie naar de latere literaire grootheid wordt gekeken… integendeel!

Wie iets van de familiegeschiedenis van Jan Brokken afweet, ontsnapt moeilijk aan de indruk dat de foto op het achterplat niet uit de toon zou vallen tussen de koppen in dit Rusland-portret. Met De kozakkentuin is Nederlands beste verhalende non-fictieauteur wellicht een stap dichter bij de onthulling van zijn moeders wortels gekomen.
‘Thuiskomen gaat minder snel dan een treinreis doet vermoeden’, zou Alexander von Wrangel zeggen.
 
 
Quotering: ****½

Uitgegeven door Atlas Contact – 2015

Lees ook de recensie van 'De gloed van Sint-Petersburg'

20 oktober 2015

Georges Simenon - De dood van Belle

Gekruisigd !
 
 
'Misschien betekenen sommige dingen voor hem
niet hetzelfde als voor anderen.'

Tot op de dag waarop Belle, een inwonende tiener, vermoord wordt, ontrolde het leven van Spencer Ashby zich volgens een strak patroon. 'Hij vergat zijn tas niet. Hij vergat nooit iets,' zegt Simenon over deze kleinburgerlijke leraar. Zijn echtgenote Christine is meer een maatje dan een geliefde voor hem. 'Ze had altijd het vlees gehad van een zus of moeder,' zo banaal klinkt zijn perceptie van haar.

Omdat de moord in het huis van de Ashby's plaats gevonden heeft, wijst de goegemeente snel en kortzichtig naar de man die er woont. Maar de inwoners van het slaapstadje ergens in Connecticut doen dat niet openhartig. Hun blikken beschuldigen hem. Hun taal zonder woorden stenigt hem. Op school is hij niet meer welkom, vrienden nodigen het echtpaar niet meer uit, in de kerkgemeenschap hangt een gespannen sfeer. Uit de woorden van de dominee begrijpt Spencer dat een zondige geen lid kan zijn van religieuze broederschap. En zelfs Christine spreekt nooit haar onvoorwaardelijk vertrouwen in hem uit. Daarbij legt de magistraat die het vooronderzoek leidt hem het vuur aan de schenen.

Landelijk Connecticut
© Fish and Wildlife Service Northeast Region
De voor de hand liggende vraag is: Wat doet dat met een mens? Tenzij je een olifantenhuid hebt, heel veel. En een neurotische geest als die van Ashby geraakt nog meer uit evenwicht. Het omvervallen van zijn houvasten bezorgt hem angstdromen, doet hem vaker dan voordien naar een glas whisky grijpen en maakt hem hyperalert voor elk geluid in de buurt van het huis.

Ook uit deze Simenon blijkt dat de schrijver niet hoog oploopt met de ethische code die het mensdom hanteert. Ondervraagden verschijnen met hun initialen in de krant. In een wereld van ons-kent-ons worden privégegevens op die manier te grabbel gegooid. Nog gortiger wordt het wanneer een verdachte veroordeeld wordt zonder dat zijn schuld is aangetoond. De behoefte aan een zwart schaap dat de gemoederen niet alleen sust maar ook de eigendunk van de bedenkers van dit gratuite idee opschroeft, is meer dan verwerpelijk. 

Georges Simenon
© ErlingMandelmann.ch
In De dood van Belle toont de Luikenaar zich een bekwaam stylist die doseert en suggereert. Met zorgvuldig gekozen woorden en beelden roept hij de sfeer van de jaren '50 in de VS op. Maar waar de auteur zijn karakters ook situeert, altijd tekent hij universele figuren.

Net zoals voor de bijbelse gekruisigde proeft de azijn die Ashby van zijn medemensen krijgt aangeboden erg zuur. Georges Simenon knijpt deze wrange spons druppel voor druppel uit tot het kokhalzen de arme Spencer te machtig wordt.  


Quotering: ***

Uitgegeven bij De Bezige Bij - 2015
 

12 oktober 2015

Stefan Brijs - Maan en zon

Onder de druk van de omstandigheden
 
 
'Curaçao is een patiënt geworden,
eentje met vele doorligwonden.'
 
Dat taxichauffeur Roy met een Dodge door Willemstad rijdt, is niet toevallig. Net als zijn Amerikaanse auto met de achterwaarts gerichte vleugels het beeld van the sky is the limit oproept, neigt Roy’s geest voortdurend naar verzinsels die zijn permanente staat van armoede moeten verbloemen. Hij is een praatjesmaker die zichzelf een beter leven bij mekaar fantaseert en anderen daarvan probeert te overtuigen. Een Antilliaanse man is erg bezorgd om zijn reputatie. ‘Zijn blazoen moest op elk ogenblik even hard blinken als de Dodge.’ Pijnlijk wordt het wanneer hij uitvluchten bedenkt om de bijdrage aan de opvoeding van zijn zoon te ontlopen.  

Markt in Willemstad
© Roger W. 4336
Een bescheiden licht in de duisternis is broeder Daniel, een zwarte pater in een witte pij. Hij bezorgt moeder Myrna een baantje in de school die zijn orde heeft opgezet in een volkswijk. Daniel, die ‘meer vormer dan herder’ wil zijn, en daarmee de herinnering aan de Latijns-Amerikaanse bevrijdingstheologen oproept, ontfermt zich over zoon Max. Terwijl Roy in de jongen zijn opvolger ziet, denkt Max eraan om onderwijzer te worden. Maar het lot beslist anders. Als zijn vader werkonbekwaam wordt, moeten er centen verdiend worden. Op een arm eiland geraken dromen zelden verder dan de verbeelding.

Maar Max is een doordouwer, iemand die voor even tegen de vlakte gaat en dan weer opstaat. Zal hij erin slagen om zijn zoon Sonny een beloftevolle opvoeding te geven, ook als politieke en economische verwikkelingen de Curaçaoërs verder op de knieën krijgen?

In Maan en zon toont Stefan Brijs op een heldere manier aan hoe lastig het is om uit een spiraal van kansarmoede te geraken. Tal van factoren houden de onfortuinlijken in hun greep: het stereotype denken in hun eigen hoofd, beleidsmensen die onbekwaamheid met zakkenvullerij combineren, andere welgestelde burgers die niet bereid zijn om te delen, buurlanden die misbruik maken van de maatschappelijke kwetsbaarheid, wereldproblemen die ook uithoeken van de aarde treffen… Een moreel dieptepunt wordt bereikt als verschoppelingen, verblind door uitzichtloosheid, elkaar de afgrond in trekken. Daartegenover staan mensen als Daniel en zijn medebroeders, zij die een steen in de rivier willen verleggen. Of iemand zoals Max die in staat is om een rotsblok op te tillen!

De gevleugelde Dodge
© Rex Gray
Stefan Brijs is de man van het mededogen, de schrijver die hardheid in zachtheid verpakt. Net als in zijn andere boeken haalt hij kwetsbaren uit de schaduw, richt onthullend licht op hen maar laat deze tobbenden altijd in hun waarde. ‘Trots bedekte haar armoede’, zegt de verteller over Myrna. De ondersteunende beeldspraak is ook in dit verhaal weer efficiënt en zinnenstrelend:
‘… haar lippen waren dun als rimpels geworden.’
‘Haar gezicht was van donkere bijenwas, gladgestreken…’

Deze drie generaties omspannende roman reikt verder dan de weg van Westers paternalisme naar maatschappelijke zelfredzaamheid. Maan en zon is als de nacht en de dag van het leven: het menselijk tekort dat duisternis brengt en weerbaren die de kracht hebben om in het oog van de storm te kruipen!

 
Quotering: ****

Uitgegeven bij Atlas Contact - 2015

 

11 oktober 2015

Cristina di Stefano - Oriana, een vrouw

De schrijvende partizane
 
 

‘Als ik schrijf probeer ik geweld toe te passen
op degene die me leest.’

Niemand wordt zomaar een journalistieke wereldster. Zelfs Oriana Fallaci niet. Talent is namelijk niet voldoende. Minstens even doorslaggevend zijn verbetenheid en niet aflatende werkkracht. Als de Florentijnse in de jaren ’50 voor het tijdschrift L’Europeo gaat werken, moet ze zichzelf bewijzen met artikels over showbizz en societyleven. De perswereld is dan nog een in vakjes denkend mannenbastion.

Wat later mag ze een reis maken naar de VS en kennis maken met een land dat haar een leven lang zal fascineren. Als kind van de Tweede Wereldoorlog en de bijbehorende kansarme tijden, is de American dream een aanlokkelijke wissel op de toekomst. Toch zal ze altijd kritisch blijven kijken naar de politieke lijn van deze natie. Omdat haar anti-militarisme vorm heeft gekregen in de verzetsjaren waarin puber Fallaci koerierster was voor de partizanen, staat ze zeer kritisch tegenover de militaire interventie van Amerika in Vietnam. Toch is de VS ook de ideale springplank voor de internationale carrière die ze nastreeft.
 
Oriana Fallaci bij de Iraanse president Banisadr 1979
Door haar aanwezigheid aan oorlogsfronten en bij andere gewelddadige confrontaties (tijdens de studentenopstand in Mexico ontsnapt ze nipt aan de dood) is ze intussen de wereldberoemde La Fallaci geworden. Die status opent deuren voor haar. Van dan af mag ze de grote politieke leiders interviewen: Khomeini, Golda Meïr, Deng Xiaoping, Gaddafi, Lech Walesa, Indira Ghandi…

Tussen het kortere werk door, schrijft ze aan haar boeken. Een man, over het leven van de Griekse dichter en verzetsstrijder in de tijd van het kolonelsregime, Alekos Panagoulis, is haar bekendste. Omdat moed de eigenschap is die Oriana het meest waardeert, ligt het bijna voor de hand dat deze complexe man haar geliefde wordt. Net als het politieke en het persoonlijke zijn leven en dood bij haar altijd nauw verweven.
 
De auteursfoto bij 'Een man'
© Piero Raffaelli
Biografe Cristina de Stefano legt de identiteit van dit schrijvende fenomeen in al zijn lagen bloot. Zo is er haar authenticiteit, het talent om van interviews een verhaal te maken waarin theater en satire elkaar vinden. Vragen stellen die anderen niet durven te stellen, is een andere grote kracht van haar. In al die gesprekken boeit het menselijk element de journaliste het meest. Bovendien hebben de partizanenjaren haar ‘diep anarchistisch’ en ‘antidogmatisch’ gemaakt. Dankzij de mannenwereld uit haar jeugd kost het haar geen moeite om ‘one of the guys’ te zijn tussen soldaten, astronauten of oorlogsverslaggevers met eelt op hun ziel. Toch zie je ook de kwetsbare vrouw die hunkert naar liefde en zich niet met de dood kan verzoenen. Hoewel de oudere Fallaci in een, deels zelfgekozen, isolement terecht komt, houdt ze het hoofd rechtop. ‘Er is niets waarvoor ik me hoef te schamen’, concludeert ze terugblikkend.

Prima ook dat deze biografie door een vrouw geschreven is! Er is véél inlevingsvermogen nodig om door het pantser van deze vechtjas heen te breken. Met stoerheid kun je niet alle veldslagen winnen!

 
Quotering: ****½

Uitgegeven bij Xander – 2015
 

3 oktober 2015

Fikry El Azzouzi - Drarrie in de nacht

Leven aan de andere kant van de dag !

 
'Drarrie hebben duizend gezichten.'

De hangjongeren die Fikry El Azzouzi in zijn tweede roman, Drarrie in de nacht, opvoert zijn ‘eenzame wolven’. Hoofdpersoon Yatoub, Youb voor de vrienden, is door zijn vader op straat gezet omdat hij de huisregels overtrad. Zijn maatje Fouad is zo wanhopig op zoek naar een gevoel van eigenwaarde dat hij zijn lijf vol anabolen spuit. En dan is er Maurice, half Ivoriaan, half Vlaming. Hij woont bij een oude Marokkaanse junkie. Drarrie hebben niet noodzakelijk gekleurde wortels. De weg kwijt zijn, volstaat. Zo is er Karim, die op de wereld kwam als Kevin. Hij groeit op in een gebroken gezin en is overgeleverd aan een drankverslaafde moeder. ‘Karim integreert’. Van het hele clubje timmert hij het hardst aan de identiteit die hem het respect van zichzelf en anderen kan opleveren. Hij omarmt de Koran als was het een levensverzekering. ‘Drarrie hebben duizend gezichten’, kun je lezen. Plaats hen niet een vakje, verplicht hen niet om te kiezen, is de boodschap van de schrijver!

De volwassenen die op het pad van deze jongeren komen – de kroegbazin Zwarte Maria, de moraliserende joodse winkelier, de doortrapte duivelskunstenaar Jean-Pierre – gedragen zich neerbuigend of maken misbruik van hun kwetsbaarheid. ‘Niet honderd procent’, is de laconieke stopzin die verteller Youb bovenhaalt voor al zijn karakters. Dat zijn vrienden het moeten doen met een niet helemaal te vatten commedia del arte, is een vorm van wijsheid maar voor de drarrie zelf is die relativering een manier om zich staande te houden.

Stadsjeugd
© rene mensen_alias0591
De houding van de dolenden balanceert tussen flegmatiek en het korte lontje, tussen halal en vooral haram, tussen bluffen en wegzinken in wanhopige bitterheid (‘De goot weigert geen asielzoekers.’). Zacht of hard maar altijd schrijnend klinkt hun kreet ‘Hou van mij!’, zelfs als ze voor het uitstalraam van de betaalde liefde staan.

Fikry El Azzouzi heeft zijn verhaal letterlijk en figuurlijk in de nacht geplaatst, de verraderlijke schuilplek van de verworpenen. Aan de risico’s die de jongens bereid zijn te lopen, zie je hoe weinig ze te verliezen hebben. Vanop de eerste bladzijde wijst de spiraal naar beneden. Om het geheel verteerbaar te houden, komt theaterauteur El Azzouzi af en toe met een hilarische overdrijving. Dan verschijnt juwelier Harry met een jachtgeweer op de bühne of galmt Karims geloofsbelijdenis uit een megafoon. Ook zijn directheid en talent om meteen het punt te maken, passen bij het theatervak. Hij is de man van tegenvoetse associaties en denksprongetjes. En net wanneer het speels wordt en glimlachende kraaienpootjes rond je ogen verschijnen, haalt hij een steekwapen tevoorschijn. 
 
Omdat verteller en beschouwer elkaar in snel tempo afwisselen, blijft de lezer steeds bij de les! Eén van de lessen die je leert is dat je er niet altijd voor kunt kiezen om aan de zijlijn toe te kijken. Dat laatste probeert Youb. Hij is de observator met het onafscheidelijke notitieboek, de drarrie die niet van vechtpartijen houdt en ‘een grijze muis’ wordt genoemd. Tijdens het slotakkoord van deze roman krijgt Youb een coming-of-age-ervaring. Het zou nog mooier zijn mocht maatschappelijk engagement een bewuste keuze zijn. Wie drarrie-boeken schrijft geeft, wat dat betreft, een heel duidelijk signaal af!
 
Quotering: ****
 
Uitgegeven bij Vrijdag – 2014

Lees hier het interview met Fikry El Azzouzi