16 september 2016

Dinah Jefferies - De vrouw van de theeplanter

Genadeloze rijkdom !
 

'De wereld verandert.
Daar ga je in mee of je valt buiten de boot.'

De Brits-koloniale tijd, een broeierige samenleving, een mondiale economie op drift en een zintuiglijke wereld aan de Indische oceaan, zijn ingrediënten die een beklijvende roman zouden moeten opleveren...

Wanneer de jonge Gwen aan het begin van de 20ste eeuw met een Engelse theeplanter trouwt en naar Sri Lanka, het toenmalige Ceylon, verhuist, komt ze terecht in een universum met eigen wetten. De Westerlingen gaan niet vertrouwelijk om met de Singalezen en de uit India geëmigreerde Tamils, de werkslaven van de plantages, worden niet eens als volwaardige mensen beschouwd. In het theebedrijf van echtgenoot Laurence loopt een opzichter rond die zonder verpinken de zweep en zelfs het geweer hanteert. Tegelijkertijd predikt Mahatma Gandhi op het Indiase subcontinent swaraj, zelfbestuur voor gekolonialiseerde volkeren. Als er bovendien een wereldwijde economische crisis uitbreekt nemen de spanningen in en rond de plantage toe.

Ondanks de zorgen om het voortbestaan van hun comfortabele leven heeft Gwen af te rekenen met een kwestie die nog veel zwaarder weegt, een onverteerbare innerlijke crisis die te maken heeft met trouw en moederschap. 

Stadsleven in Brits Ceylon
Geef deze ontwikkelingen in handen van Maria Duenas, Tessa de Loo of Simone van der Vlugt en je krijgt een levensecht, goed gedocumenteerd en meeslepend verhaal. Dinah Jefferies daarentegen houdt zich meer dan 400 bladzijden lang op de vlakte. Alles wat een lezer nodig heeft om in het boek gezogen te worden, lijkt ze te vermijden. Ze gebruikt haar pen als een camera die te ver van de set is opgesteld. De voortgang van het plot is kinderlijk traag, karakters die voor confrontaties hadden moeten zorgen - de egocentrische Verity of de manipulatieve Christine - delen prikjes uit maar brengen de hoofdrolspeelster niet van haar stuk en de spanning tussen haar en Laurence wordt gesmoord in wat gekijf. Zelfs de belevingswereld van de beproefde Gwen is ondermaats. Voor haar morele moed mag je wel een buiging maken!

Wat de schrijfster goed doet is het National Geographic-gehalte van dit tropisch paradijs tot leven wekken: van een dier dat het midden houdt tussen een aap en een uil, over de Kasjmierse vliegenvanger tot de boorden van het meer waarop het landgoed van de Hooper's uitkijkt. Ook geeft ze je een inkijkje in de levenstijl van de hogere klasse: het huispersoneel, de feesten, de auto, de telefoon, de charlestonjurken die in de jaren '30 plaats maakten voor de New Yorkse prêt-à-porter. Aardige weetjes voor een zeer breed publiek zijn er genoeg maar nergens vind je enige maatschappelijke of persoonlijke diepgang. Een geslaagde roman kun je De vrouw van de theeplanter dan ook niet noemen, eerder een gemiste kans. Wat blijft hangen is de zin om zelf naar Sri Lanka te gaan en te luisteren naar wat Dinah Jefferies ons had moeten vertellen...


Quotering: **

Uitgegeven bij Prometheus - 2016