29 december 2015

Tessa de Loo - De Tweeling

Weegt eigen leed het zwaarst ?
 

'Het lijden scheidt ons niet maar verbindt ons.' 

Levenslang gescheiden zijn van je tweelingzus zonder iets over elkaars lotsbestemming te horen, is een verscheurende gedachte. Elkaar terugvinden als de ouderdomsreuma al in je botten zit, is bijna even hartbrekend. In het geval van Anna en Lotte is de confrontatie nog ingewikkelder. Door de dood van hun ouders werden ze vόόr de Tweede Wereldoorlog uit Keulen weggehaald. Dat was de start van een onomkeerbaar verwijderingsproces. Anna groeide in slaafse omstandigheden op bij de boerentak van de familie en Lotte werd naar een Nederlands gezin gehaald waar ze een verzorgde en gecultiveerde opvoeding kreeg. Een aantal jaren later denderde de oorlog over hen heen en werd de wereld verdeeld in 'goed' en 'slecht'. Wanneer ze elkaar in het Waalse kuuroord Spa terugvinden, heeft Lotte de grootste moeite om in Anna iemand te zien van wie ze kan houden. Beide vrouwen staan 'als ijskoninginnen' tegenover elkaar.

Héél langzaam dringt het tot Lotte door dat niet iedere Duitser achter de Führer aanliep, dat dienstplichtigen snakten naar het einde van de gevechten, dat burgers gebombardeerd werden, honger leden, dierbaren verloren. Lang niet iedereen had iets te kiezen en zij die dat wel deden, geloofden dat hun leider hun waardigheid en welvaart zou brengen. Dat het Duitse volk na de Eerste Wereldoorlog verpauperde en de democratie onder druk stond, had alles te maken met de herstelbetalingen die voor economische en politieke instabiliteit zorgden... een fout die de geallieerden in '45 niet meer maakten (cf. het Marshallplan)! Aan Hollandse kant was ook niet iedereen koosjer. Onderduikers waren op veel plaatsen niet welkom of, erger, werden verraden. En je had mensen die geld verdienden op de kap van andermans rampspoed.


Berlijn na de bommenregen in '44
Ook zestig jaar (of langer als je het boek nu pas leest) na het einde van deze alles vernietigende krijgsverrichtingen blijft een genuanceerde kijk op beide partijen noodzakelijk. Als die ontbreekt, heb je te maken met simplistisch denken. Iemand die veralgemeent in plaats van in lagen te redeneren, is een makkelijke prooi voor populistische politici of groeperingen. Daarom hoort dit verhaal niet alleen volwassenen maar ook scholieren te bereiken! Bovendien breng je de grote geschiedenis dichter bij het brede publiek door ze te vertellen aan de hand van kleine, invoelbare levens. 

Wat de research voor dit historische gegeven betreft, heeft Tessa de Loo haar huiswerk gemaakt. Je leert, bijvoorbeeld, dat de Bolsjewieken vrezende Duitse adel Hitler eerst omarmde en later liet vallen, dat stateloze burgers niet welkom waren in de VS, dat er hout gestookte auto's rondreden, de verduisteringsgordijnen van paardenhaar gemaakt waren... Maar de valkuil van dit royaal gestoffeerde onderwerp ligt elders. Omdat de schrijfster teveel wil vertellen, worden heel wat situaties en personen te zwak of niet uitgewerkt. Hoewel Anna en Lotte voldoende ruimte krijgen, blijven andere plotspelers in nevels achter. In plaats van een aantal onderduikers op een vlakke manier op te voeren, zou de keuze voor één enkele goed getekende figuur veel meer hebben opgeleverd. Daarbij zit er teveel chronologische haast in dit boek. Soms verslik je je in deze snelheid. Verder kun je je afvragen of de gemiddelde lezer weet wat
Heim ins Reich betekent of wat de geciteerde internationale pacten inhielden. Weetjes zijn boeiend maar als je ze opneemt moet je ze ook helder maken. En hier en daar heb je last van té barokke beeldspraak.

Hoewel in
De tweeling heel wat wordt rondgestrooid en te weinig uitgediept, blijft de invalshoek overeind staan. Terwijl het de mensheid niet vaak lukt, is het wel de bedoeling dat er uit het verleden geleerd wordt! En auteurs kunnen daarbij een duit in het zakje doen. Gelukkig kun je ook vaststellen dat de romantechnische kwaliteiten van Tessa de Loo er de laatste twintig jaar op vooruit zijn gegaan. Wie daar akte van wil nemen, kan het weergaloze Kenau lezen!

Quotering: ***½

Uitgegeven bij De Arbeiderspers - 1993


24 december 2015

Colm Toibin - Nora

Tussen oude en nieuwe waarden !

 
‘Zo was het dus om alleen te zijn. 
...het was dit met gelicht anker zwalken in een zee van mensen,
alles merkwaardig zinloos en verwarrend.’ 

In het Ierland van de jaren zestig was het niet gebruikelijk dat vrouwen mannen tegenspraken en dat een jonge weduwe een kleurtje liet aanbrengen in haar grijs wordende haar. De sociale controle van kleinburgerlijke lui herinnerde je voortdurend aan de grenzen van je bestaan. Nora, de vrouw die haar grote liefde Maurice aan een slepende ziekte verloor, en met vier kinderen achterblijft, stelt vast dat ‘haar jaren van vrijheid ten einde zijn gekomen’. In het kleinsteedse, zuid-oostelijk gelegen, Enniscorthy, is niet alleen de goegemeente maar ook de geestelijke overheid nadrukkelijk aanwezig en wordt stichtelijke lectuur zoals die van Teilhard de Chardin gelezen. Dublin is een buitensporige wereld, Londen een andere planeet.
 
Enniscorthy en Blackstairs mountains
© Crispin Purdye
Hoewel Maurice nog steeds als klankbord en toetssteen fungeert, zorgt Nora’s innerlijke kracht ervoor dat ze, voetje voor voetje, haar eigen krijtlijnen uitzet en meer en meer het hoofd biedt aan wat anderen van haar verwachten. Om haar weduwenpensioen aan te vullen neemt ze een baantje bij een paternalistisch bedrijf waar ze niet buigt voor de kantoordragonder juffrouw Kavanagh en het zelfs aandurft om zich bij de recent opgerichte vakbond aan te sluiten, een sociale revolutie waar de bazen, zacht gezegd, niet blij mee zijn. Nora is een overtuigend personage dat twijfelt maar toch doorzet. Ze is een vrouw die vanuit een kwetsbare positie haar nek durft uit te steken! Ook in de opvoeding van haar dochters en zonen is ze non-conformistisch: ze gunt hun de ontwikkeling waarnaar ze verlangen, ze is een moeder die kan loslaten.

‘Het is een kleine stad en die zal je beschermen’, zegt zuster Thomas tegen Nora. De grens tussen bemoeizucht en hulpvaardigheid is dun maar het gedrag van Colm Toibins personages helt over naar mantelzorg in de brede zin van het woord. Deze onverwacht coulante gedachte wordt knap en ontroerend uitgewerkt door de Ierse succesauteur. Met dit autobiografische boek, gebaseerd op het leven van zijn moeder, toont hij aan dat hij zijn geboortegrond een warm hart toedraagt.

In Nora komen de bekende Toibin-thema’s samen: menselijke relaties, familiebanden, eenzaamheid, wortels, creatieve zoektochten en de troost die ze kunnen bieden. In dit recente werk maakt hij ruim plaats voor de muziek. Over Schuberts lied An die Musik zegt hij dat de ‘trage tederheid bij sommige noten’ opvalt, ‘het timbre lieflijk noch hard is maar er merkwaardig tussenin zweeft’ en dat het ‘een ode is aan de muziek en de liefde voor een ander mens’. Nora warmt er haar hart aan!
 
Enniscorthy
© Brian Hodge
Bij de opgevoerde karakters valt het aantal sterke vrouwen op. Dochter Aine is een haantje de voorste als het om het afdwingen van socio-politieke rechten gaat. Zij staat voor het veranderende Ierland. Maar ook haar tante Margeret, zangpedagoge Laurie en quizleidster Phyllis laten de kaas niet van hun brood eten. De jonge Colm werd blijkbaar door sterke vrouwenhanden gekneed.

Colm Toibin heeft weinig woorden nodig om veel te zeggen. Het onuitgesprokene galmt na in je oren. Vertelritme en -toon liggen in het verlengde van de gezapigheid van het platteland, zoals het toen was, en wellicht ook nu nog is. Af en toe is er een scherpe uithaal want Ieren zijn emotionele mensen. En, net zoals de misthorens in de zomer, past de ingehouden melancholie van deze schrijver bij het Ierse plaatje.

Als Nora Toibins moeder is, de weduwe die pal achter zichzelf en haar gezin staat en tegelijkertijd haar kinderen vleugels geeft, dan verbaast het niet dat de zoon goed is terecht gekomen... zo goed dat hij drie keer een Man Booker Prize-nominatie heeft binnengesleept. De prijs winnen met Nora zou het monument voor haar compleet maken!


Quotering: ****½

Uitgegeven bij De Geus – 2015
 

20 december 2015

Pelgrim - Terry Hayes

Een man van zijn woord !

 
‘In deze business kun je niet leren van je fouten.’  
 
Omdat 9/11 als het failliet van de Amerikaanse inlichtingendiensten kan gezien worden, dient geheim agent Scott Murdoch na het instorten van de Twin Towers zijn ontslag in. Hij krijgt een nieuwe identiteit, schrijft een vakboek onder een pseudoniem en begint aan een tweede leven in Parijs. ‘Ik was nog geen veertig maar de race was afgelopen’, stelt hij teleurgesteld vast. Wanneer rechercheur moordzaken Ben Bradley uit bewondering voor de auteur zijn identiteit kraakt, wordt Scott, alias Peter Campbell, opnieuw de wereld van de veiligheidsdiensten ingezogen. 

Nadat in Afghanistan drie ontvoerde Westerlingen op een beestachtige manier om het leven zijn gekomen en het er op lijkt dat de actie een testcase was voor groter onheil, gaan in de VS alle alarmbellen rinkelen. Met de zegen van de president wordt Scott, onder de codenaam Pelgrim, de wereld ingestuurd met een schier onmogelijke opdracht: het vinden van een terrorist die in z’n eentje opereert, hoog opgeleid is en niet van plan is zichzelf op te blazen. Grenscontroles zullen niet helpen om het kwaad buiten te houden! Bovendien heeft de man veel voorsprong genomen en staat Pelgrim onder tijdsdruk.

Het Turkse Bodrum
© Viajes Alazul
'Bewijs is de waarde die we geven aan wat we hebben, maar hoe zat het met de dingen die we niet vonden?' is de vraag die Pelgrim zich geregeld stelt. Waar anderen ophouden met reflecteren, gaat hij verder. De echte denker is natuurlijk Terry Hayes die meer dan zevenhonderd bladzijden lang de ene creatieve vondst na de andere uit zijn schrijvershand tovert. In een genre waarin al zo ontzettend veel recherche- en misdaadideeën op papier zijn gezet, weet deze auteur de lezer, zin na zin, dialoog na dialoog, hoofdstuk na hoofdstuk, in zijn greep te houden.

Verbeelding is één zaak, weetjes een andere. Crime-lezers zijn meestal ook non-fictiemensen. Hayes slaagt erin om zijn volgers heel wat te leren. Zijn research heeft hem niet alleen naar de forensische en medische wetenschap gevoerd maar ook naar Ground Zero, de kunst van het hacken, spionagesatellieten, oude Turkse muziekinstrumenten, de werking van de Saoedische geheime dienst Mabahith (een model dat een mix is van de DDR-Stasi en de folterpraktijken van de Argentijnse junta)... Een bijzonder staaltje van verliteratuurde kennis is de spiegel-foto-theorie die Pelgrim tijdens zijn zoektocht in Bodrum ontwikkelt. Deze out-of-the-box-geest bespeurt openingen in vraagstukken die doorsnee schepsels niet zien. Toch maken zijn buitengewone scherpzinnigheid en stalen zenuwen hem niet tot een onherkenbare weirdo, integendeel. Met deze mens-betrokken hoofdpersoon kun je je perfect identificeren en ook dat is een verdienste van de bedenker.   

Deze terechte bestsellerauteur is bovendien meer dan een rechttoe-rechtaan-schrijver. Ook zijn beeldspraak zorgt voor pretlichtjes in de ogen:
- Gaza is ‘een taartpunt vol troosteloze ellende’;
- ‘het fineer van de hoop’;
- een dure dame met ‘door bijen gestoken lippen’
...
Raif Badawi is de gevangen zittende Saoedische blogger
die onlangs de Sacharov-prijs kreeg.
© Amnesty Finland  
Dit boek neemt je mee op reis door de wereld waarin we nu leven: gemondialiseerd en conflictueus. ‘De temperatuur van haat in sommige delen van de islamitische wereld is over haar kookpunt’, kun je lezen. Voor de moedige manier waarop Terry Hayes naar de oorzaken van woede en geweld kijkt, mag je je petje afdoen. Wie moedig is kijkt zichzelf in de spiegel aan en ‘wie’ slaat hier op de hele Westerse wereld. Véél te lang hebben Westerlingen, met de neerbuigendheid die ze graag hanteren tegenover andere culturen, Arabieren niet voor vol aanzien. Ze dachten hen ongestraft te kunnen vernederen met kolonialisme, met het steunen van de Israëlpolitiek die van Gaza een bestookte openluchtgevangenis maakte en met het in het zadel houden van regimes die hun eigen bevolking medogenloos onderdrukken (Saoedi-Arabië, Egypte onder Moebarak, de sheiks van Quatar, het Syrië van Assad, het Lybië van Khadafi, Sadam Hoessein zolang hij tegen Iran streed). Hoe het mechanisme werkt van aan het Westen gelinkte autoritaire bestuurders en de reactie daarop van een doorsnee burger, toont Terry Hayes hier perfect aan. Voor wie de open ogen had, was de WTC-tragedie geen verrassing maar een lang op voorhand aangekondige aanval van razernij. Je mag het ook verbittering noemen!

In deze Beethoveniaans opgezette Schicksal-symfonie van de misdaadliteratuur staat elke noot op de juiste plaats, stuurt de dirigent de pauken aan maar geeft ook ruimte aan de strijkers die oproepen tot meevoelen met het menselijk lot en solidariteit met de onfortuinlijken. ‘Verdriet waart rond’, weet ook Pelgrim. Hij is een man met meer dan één missie! 

 
Quotering: ***** 

Uitgegeven bij Bruna - 2012


11 december 2015

Kees Sluys - Herman Bianchi en zijn levenslange strijd voor gerechtigheid

Een juridische schuinsmarcheerder !


'Abolitionisten zijn geen niks-denkers!'

Als je achter het prikkeldraad van kamp Amersfoort gezeten hebt, is het aannemelijk dat je aan je gevangenschap niet alleen een trauma maar ook een veranderd gedachtengoed overhoudt. Dat gebeurde met Herman Bianchi (1924), de flamboyante Nederlandse criminoloog die de discipline op zijn kop zette.

Hij vindt dat gevangeniscellen het beeld van uitzichtloosheid oproepen en insluiting een negatieve spiraal creëert. Strafrecht moet herstelrecht worden. Daar worden slachtoffer, dader én maatschappij beter van. Met wraak, stigmatisering en recidivisme is niemand gediend. Waar bij het strafrecht de dader en zijn straf centraal staan, is het herstelrecht slachtoffer gericht en hoort de dader de schade te herstellen, bijvoorbeeld aan de hand van een financiële vergoeding. Om zijn theorie te duiden koppelt Bianchi terug naar 'oerbronnen van gerechtigheid'. Die vindt hij in de Bijbel bij het begrip tsedaka dat, in de juiste vertaling, 'jezelf waarmaken, het goed doen' betekent. In de woorden van de strafrechtcriticus: 'De beledigde partij moet weer als volwaardige in het strafproces erkend worden. ...gerechtigheid kan slechts gedijen bij een tot in alle opzichten consequent volgehouden gelijkwaardigheid van alle partijen.' Bovendien kan deze opstandige geest slecht overweg met het feit dat veel witte-boorden-criminelen en oorlogsmisdadigers door de mazen van het bestaande rechtssysteem glippen. De richting die deze 'criminosoof' inslaat impliceert ook het opwaarderen van de criminologie. Bianchi heeft zijn hele leven geijverd om het hulpje van de psychologie en de sociologie op te tillen tot een volwaardige wetenschap!

Voormalig kamp Amersfoort
© Arch
Deze tegendraadse denker promoveert in 1956 bij professor I.A. Diepenhorst (de latere minister van Onderwijs en Wetenschappen) aan de Vrije Universiteit Amsterdam. In 1964 publiceert hij 'Ethiek van het straffen'. Het werk wordt, in grote lijnen, geroemd door de pers en bekritiseerd door zijn collega's. Diepenhorst prijst zijn 'aanlokkelijke' stijl maar heeft het ook over 'overdrijving' en 'onnauwkeurigheid'. Faculteitsdecaan prof. mr. S. Gerbrandy fronst de wenkbrauwen nog meer en is, zacht gezegd, niet gecharmeerd van Bianchi's denkpatronen. De citaten die de controverse toelichten zijn niet alleen verhelderend maar vaak ook vermakelijk! Als in 1980 zijn magnum opus 'Basismodellen in de criminologie' verschijnt, gaan er opnieuw veel stemmen op waaronder heel wat snijdende. Die hebben het over 'grote scherpzinnigheid', 'romangehalte', 'eruditie' maar ook over 'een chaotische kruistocht', 'een evangelische toon', 'door elkaar geklutst', 'een regelrechte belediging voor de criminologie'. Bianchi heeft zijn eerste studiekeuze - Nederlands en Geschiedenis - nooit van zich kunnen afschudden. Zijn identiteit is groter dan het juridische. Zijn blik richt zich op de mens als geheel. Dat maakt van hem de Kafka en de Edvard Munch van zijn vakgebied. Onrustige en controversiële geesten uit de literatuur en de beeldende kunst kunnen op zijn levenslange fascinatie rekenen en worden steevast opgevoerd in zijn uiteenzettingen. Deze a-typische wetenschapper deelt de taal van zijn confraters niet. Aan het eind van zijn loopbaan durft hij zelfs toe te geven dat hij 'criminologie helemaal niet leuk vindt'. 

Knap hoe biograaf Kees Sluys de mens tekent die de wetenschapper beïnvloedt en, omgekeerd, de academicus die het privé-leven van Bianchi aanstuurt. Hoewel hij zich als 'man voor de mannen' graag met heren omringt en zelfs met enkele van hen onder één dak woont, heeft hij zijn vrienden vooral nodig als klankbord. Hij is een bevlogen en sprankelende redenaar. Als je wilt leren, ben je bij hem aan het juiste adres. Maar 'Bianchi kon niet naar je luisteren', zegt een Friese kennis van hem. Ook in de ogen van anderen is hij iemand die erg op zichzelf gericht is. En zijn dat niet net mensen die een missie hebben? 
 
           Het 'Tijdschrift voor Herstelrecht' is een Nederlands-Vlaams blad
dat 10 jaar geleden werd opgericht.
Wie heilige huisjes meteen en helemaal naar beneden wil halen, creëert conflictsituaties. Herman Bianchi stond niet altijd op goede voet met zijn medewerkers en vakgenoten aan de VU of elders. Toch vond hij ook medestanders, zelfs aan de andere kant van de oceaan. Een grote verdienste van deze omstreden denker is dat hij vakbroeders heeft uitgedaagd, hen uit hun comfort zone heeft gehaald. De aandacht die hij in de pers kreeg, zette bovendien (een deel van) de publieke opinie in beweging en schudde politici wakker. Hieruit ontstonden initiatieven zoals Bureau Slachtofferhulp en het Schadefonds Geweldsmisdrijven. De meest recente ontwikkeling is dat slachtoffers nu ook het recht hebben een slachtofferverklaring af te leggen tijdens de strafzaak in plaats van alleen maar als getuige antwoorden te geven. Utopisten zijn durvers en je hebt lefgozers nodig om een maatschappij te veranderen!

Het is niet verwonderlijk dat een abolitionist opstond in een land dat al in 1870 de doodstraf afschafte en het woord 'gedogen' vaak in de mond neemt. In Nederland wint empathisch gedachtengoed het meer dan eens - wat minder frequent dan vroeger, maar toch - van het repressieve.

Herman Bianchi en zijn levenslange strijd voor gerechtigheid toont aan dat je de sluier die over een complexe persoonlijkheid hangt nooit helemaal kunt lichten en dat is ook meteen de charme van het boek. Deze secuur en kritisch uitgewerkte biografie, die ook juridische leken (zoals De scriptor) kan boeien, levert een belangrijke bijdrage aan het uitdragen van Bianchi's gedachtengoed en herinnert je eraan dat je de hemelbestormer in jezelf levend moet houden!

Quotering: ****½
 
Uitgegeven bij Bas Lubberhuizen - 2015
 

8 december 2015

De Amerikaanse prinses - Annejet van der Zijl

Van pioniersdochter tot Oranje-peetmoeder !


'Ze kwam nu eenmaal uit een geslacht van stoere mensen,
die weinig tijd en geduld hadden voor zelfmedelijden en zwakte.'

Zo'n twintig jaar voor de geboorte van Allene Tew in een pioniersstadje bij het Noord-Amerikaanse Erie-meer had Charles Darwin beweerd dat niet de sterkste soort overleeft, noch de meest intelligente, maar degene die zich het beste kan aanpassen aan veranderende omstandigheden. Gedurende haar hele leven heeft Allene die theorie onderschreven.

Als ze zwanger wordt van een rijkeluiszoontje lijkt haar toekomst in het Victoriaanse fatsoenstijdperk gehypothekeerd maar, met dank aan hem - een tienermeisje mag een beetje mazzel hebben -, wordt ze geduld in de hogere klasse. Toch leert ze snel dat de mannen in dit schandalig rijke milieu van industriëlen het moeilijk hebben om erfgenamen te zijn van vaders die alles bereikt hebben. Er wordt naar hartenlust gegokt en gedronken, er worden schuldenbergen opgebouwd en lichamen geruïneerd. Maar de nuchtere Allene houdt zich staande, al moet ze de ene echtgenoot inruilen voor de andere. Haar zakelijke kant zorgt er bovendien voor dat ze bij elke nieuwe partnerkeuze haar persoonlijk bezit kan uitbreiden en haar society-gehalte opschroeven. Als de Eerste Wereldoorlog en de Spaanse griep over haar gezin heen denderen, krijgt ze echt zware klappen. Hoewel er sindsdien 'iets naakts in haar blik zit', veert ze sneller dan een doorsnee mens weer recht en hervat haar liefdadigheidsactiviteiten. Courage all the time, is Allenes levensmotto. Realiteitszin en flexibiliteit slepen haar ook door periodes van economische terugval die 'the sky is the limit-droom' pijnlijk doorprikken.

Madison Square Garden 1900
In De Amerikaanse prinses brengt Annejet van der Zijl een wijds historisch portret van The Gilded Age, de tijd tussen 1870 en 1900 toen de technologische explosie evenredige rijkdom met zich mee bracht, tot en met de ravages van beide wereldoorlogen. Op tal van bladzijden komt The Great Gatsby-sfeer tot leven. Ook in F. Scott Fitzgeralds boek uit 1925 speelt 'oud' en 'nieuw' geld een rol in de sociale verhoudingen en bieden fortuinen geen garantie op geluk. En net zoals de namen Carnegie, Vanderbilt en Rockefeller een plaats in de geschiedenis veroverden, zo nestelden Jodenhaat en nazisme zich in de annalen van de mensheid. De kracht van die achtergrond en de rots die Allene is, houden elkaar perfect in evenwicht.

In dit erg geslaagde voorbeeld van verhalende non fictie sluiten research, verbeelding, inlevingsvermogen en prettig lopende zinnen naadloos bij elkaar aan. Met dit recentste werk bevestigt de schrijfster haar vakmanschap. Allene overtuigt! Uit de jongensachtige durfal is een volwassen vrouw gegroeid die handig gebruik weet te maken van de tijd en de maatschappij waarin ze leeft. En zowel haar loyaliteit tegenover vrienden en geliefden als haar gewiekstheid brengen haar ver... zelfs tot op de trappen van een heus paleis.

Net als in het bejubelde Sonny boy brengt Annejet van der Zijl hier met elkaar strijdende werelden samen en tekent ze personages die het hoofd bieden aan een lot zonder mededogen. Het laatste woord is aan de koningin van dit verhaal: 'Een sterk karakter is iets waaraan gewerkt moet worden!'


Quotering: ****½

Uitgegeven bij Querido - 2015

De boeken van Annejet van der Zijl
 

25 november 2015

Betsy Udink - Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan

Een gezuiverde natie !


'Alles is mogelijk in het land
waar fantomen de denkwerelden in de tang hebben.'
                            
Voor de Turkije minnende vakantieganger is Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan een heftige confrontatie. Of het nu gaat om leiders die hun beste tijd gehad hebben, dood zijn of de macht in handen hebben, elke Turkse en Turks-Koerdische bewindsman is een absolute heerser met een ego van Istanbul tot het Van-meer.

Het nieuwe boek van journaliste Betsy Udink begint bij Atatürk (1881-1938), de eerste president van de republiek Turkije. De op de Balkan geboren Mustafa Kemal wilde breken met het niet bij de tijd zijn en dus verlammende beleid van de sultans. Zeker, de ommezwaai was drastisch. Na de Eerste Wereldoorlog werd het Westen het rolmodel voor Anatolië: er werd ingezet op wetenschap en vrouwenemancipatie, godsdienst moest plaats maken voor de rede en Ottomaanse kleding was verboden. Maar de potentaat Atatürk kon zelf het conservatieve denken niet loslaten. Naar aloude gewoonte verstootte hij zijn vrouw en hanteerde hij een paternalistisch feminisme waarbij vrouwen zich mochten ontwikkelen maar nooit op dezelfde hoogte staan als mannen. En - wat had je gedacht? - hij alleen besliste over de toekomst van een miljoenenvolk!

Koerdische strijder
© Sherurcij
Ook Abdullah Öcalan, de sinds 1999 gevangen zittende leider van de PKK (een Stalinistische groepering die manu militari Koerdische autonomie wil afdwingen) is een narcistische dwingeland. 'Zijn wil is wet', is een understatement. Hij hield zijn eigen guerilla's én Koerdische burgers, die weigerden zijn voeten te kussen, in een ijzeren greep. Met Atatürk, van wie de Koerden moesten assimileren, heeft hij veel gemeen, onder meer het verlangen naar een vrouw die geëmancipeerd is... en hem tegelijkertijd gehoorzaamt.

De sterke man van het moment is natuurlijk president Recep Tayyip Erdogan. Hij beoogt een 'geavanceerde democratie', een bestel met een gekozen alleenheerser. In een land waar politiek gericht is op het creëren van mensen die niet voor zichzelf kunnen denken, krijg je zoiets voor mekaar. 'Democratie is niet voor moslims want die heeft geen eeuwigheidswaarde', zo klinkt één van de vele kort-door-de-bocht-redeneringen van de Eerste Burger. Erdogan wordt door de auteur 'een sluipwesp' genoemd. Hij injecteert de samenleving via gestaag opgevoerde dosissen met Ottomaans en ouderwets geïnterpreteerd religieus gedachtengoed: jonge tienermeisjes worden uitgehuwelijkt, vrouwen horen aan de haard, het geloof komt in de plaats van het vrije onderzoek... De roemrijke tijd van het sultanaat is de toetssteen, een dominante natie zonder zielige gastarbeiders, de ultieme doelstelling. Mustafa Kemal is afgeserveerd!

Wie ook aan het roer staat in Ankara of Diyarbakir, de hoofdplaats van Turks-Koerdistan, altijd koppelt hij autoriteit aan repressie. Als het wijzen naar een zwart schaap (het Westen, de christenen, het jodendom, de Sjiiten...) de rangen niet gesloten kan houden, wordt er spijkerhard opgetreden. Dissidenten, ook binnen de eigen gelederen, worden 'vakkundig' verwijderd. Anders gezegd, voor diversiteit is geen centimeter ruimte. Betsy Udink maakt vergelijkingen met Franco, de caudillo, en Mussolini, de duce, leiders met een bijna goddelijke status. Om zichzelf en hun politieke dromen in het zadel te houden nemen de Turkse bewindvoerders hun toevlucht tot de gemeenste praktijken: ethische zuiveringen (Cf. de Armeense genocide en de volkerenmoord op de Süryani, Syrische christenen), schijnprocessen, standrechtelijke executies, verdeel- en heerspolitiek... De cultuur van dialogeren, compromissen sluiten, respect voor mensenrechten, is Anatolië vreemd. In de plaats daarvan regeert de leugen, het historisch en wetenschappelijk huichelen, het irrationele denken, het verspreiden van complottheorieën...
'Turkije onder islamitisch bestuur is even militaristisch en nationalistisch als onder seculier bestuur', zo concludeert de auteur.

Vrouwen in Gaziantep, Oost-Turkije
© Adam Jones
Betsy Udink legt in Meisjes van Atatürk, zonen van de sultan een complexe realiteit bloot. Deze, voor velen, weinig bekende wereld opent ze met alle zorg die je aan een non-fictieonderwerp kunt besteden. In een land waar je tussen de regels door moet kunnen lezen en mensen niet gauw het achterste van hun tong laten zien, heeft ze de sluier gelicht van een gesloten politieke cultuur. Samen met haar dring je diep door in denk- en gedragspatronen die ons niet erg vertrouwd zijn.

Wanneer de lezer beseft dat hij niet ontsnapt aan het toekennen van het predicaat 'fascisme' is dat een grote schok. Onbevangen vakantie vieren aan één van de Turkse rivièra's, het enige gedoogde afwijkende universum binnen een steeds meer gezuiverde natie, hoort na dit staaltje topjournalistiek niet meer tot de mogelijkheden! Nadenken over Turkije als Nato-partner en EU-kandidaat, daarentegen, is een noodzaak geworden. Journalisten hebben de taak om, wanneer het nodig is, een knaagdier in onze hersens te planten!


Quotering: *****

Uitgegeven bij Atlas Contact - 2015


De boeken van Betsy Udink
 

15 november 2015

Marelle Boersma - Enkele reis

 Waar het gras niet altijd groener is...
 
 
'Ik staar naar de lampjes en hoop zo ontzettend
dat er iemand gaat schreeuwen dat ze gevonden is
dat het op bidden lijkt.

Vrienden die onder olijfbomen op het Portugese platteland een avondetentje delen, roepen een beeld op van vertrouwdheid en samenhorigheid. Misschien zelfs van iets onverwoestbaars. Deze scène is het vertrekpunt van Enkele reis. Nog diezelfde avond verdwijnt het dochtertje van Suus, de eigenares van de quinta die haar druk-druk-druk-leven in Nederland vaarwel heeft gezegd. Vanaf dan komen er barsten in de ‘eeuwige’ vriendschappen, verhardt de toon en maakt vanzelfsprekendheid plaats voor wantrouwen. De verwarring rond het zoek geraakte meisje wordt nog groter wanneer een ex opduikt, er een getuigenis is over een man die met een kind rondliep en iemand de contouren van een stelletje in de avondschemering heeft waargenomen. Zoektochten in de omgeving en recherchewerk leveren niets op. Langzaam kantelt het onderzoek: het slachtoffer Suus wordt uiteindelijk een verdachte.
 
Azenhas do Mar aan de Atlantische kust van Portugal
© Leoboudv
Enkele reis is losje gebaseerd op de zaak Maddie McCann, de Britse kleuter die verdween tijdens een vakantie in de Algarve. Ook toen werden de ouders ervan verdacht zelf de hand te hebben in de verdwijning. Maar waar het McCann-spoor dood loopt, gaat Marelle Boersma verder. Aan geen enkel personage zou je je lot toevertrouwen. Er zijn de kinderloze Camille en Juul, er is de doordrijver Niels, er is de too good to be true-tuinman Carlito en Anouk, het spraakgehandicapte zusje van Suus die misschien een rekening te verefferen heeft. En wat gezegd van Suus zelf? Als de speurders twijfelen aan haar verhaal, dan mag de lezer dat ook…toch?!

In haar tiende thriller heeft de door de wol geverfde schrijfster het hoofdpersonage in een emotionele achtbaan geplaatst. Haar machteloosheid, haar boosheid, haar paniekaanvallen, de tornado van onbeantwoorde vragen die door haar hoofd wervelt, zijn uitingen van gekmakend verdriet. 'Ik huil alsof mijn lichaam niets anders meer kan,' kermt Suus op een inktzwart moment. Het totale verlies van houvasten en van wat haar het dierbaarst is, draagt het verhaal. Toch is er ook de niet aflatende vechtlust. 'Ik heb pas verloren als haar lijkje gevonden is', hoor je haar zeggen. Daarnaast is er een subtiele lijn bedacht voor de relatie tussen de twee zussen. De beproeving van Suus is tegelijkertijd een loutering. En, Zorgenkind, de titel van het boek dat Anouk aan het schrijven is, krijgt een tegendraadse invulling. In deze psychologische thriller worden tal van verhoudingen op hun kop gezet!

De gele sterbloem...is niet alleen maar mooi!
© Pixabay
Enkele reis is een ingenieus spel van rookgordijnen en werkelijkheid, van hallucinaties en waarnemingen, van dromen en mysteries. Bovendien krijg je nog de les mee dat je beter een gesprek aangaat dan lastige situaties de rug toe te keren. Marelle Boersma schrijft nooit hetzelfde boek, telkens verplaatst ze haar perspectief en slaagt in haar opzet. Daarbij kan ze rekenen op haar dynamische en accurate taal. Dat zijn afdoende redenen om van haar tienjarig jubileum een feest te maken! Portugese olijfbomen en gele sterbloemen kunnen voor sfeer en animo zorgen;-)!

Quotering: ****

Uitgegeven bij De Crime Compagnie - 2015

De boeken van Marelle Boersma
 

8 november 2015

Tanya Commandeur - De man die alles achter liet

Gespleten migrantenzielen !
 
 
 
'Vader was anders dan andere vaders:
onvoorspelbaarder, avontuurlijker.'

Als je op de spreekwoordelijke zolder van het familiehuis schatten aantreft die vragen om gedeeld te worden met een lezerspubliek, dan kun je, wat de vormgeving betreft, kiezen voor verhalende non-fictie of de historische roman. In beide genres kun je feiten en verbeelding kwijt maar het laatste stelt hogere eisen aan de inhoud en de ontwikkeling van de karakters. Om het migratieverhaal van haar oma’s oom David en zijn vader Johannes Buijser te vertellen, heeft Tanya Commandeur voor de fictie gekozen. 

Aan het eind van de 19de eeuw heerstte er in Rotterdam een klimaat van schaarse en slecht betaalde banen. Avontuurlijke geesten zoals die van Johannes lieten zich in die tijd verleiden door de Amerikaanse droom en namen de boot naar New York. Hoewel de vroegere havenarbeider vertrok met de bedoeling om zijn gezin te laten overkomen zodra de omstandigheden gunstig waren, voelen de achterblijvers zich emotioneel en materieel in de steek gelaten. Bovendien wordt David, de oudste zoon, er steeds aan herinnerd dat hij zo op zijn vader lijkt. Wanneer hij ontdekt dat zijn verbitterde moeder jarenlang de brieven van Johannes heeft achtergehouden, staat zijn besluit vast: hij wil het vervagende beeld van pa helder krijgen en gaat hem opzoeken in De Nieuwe Wereld.  

© Riki 1979
In de migrantenwijken bij de Hudson is overleven een even grote kunst als in het moederland. En grote dromen, zoals de ambitie van Johannes om cabaretier te worden, blijken voor weinigen in de sterren geschreven te staan. Maar de echte strijd van vader en zoon is een emotionele. Die heeft te maken met verwijten uit Rotterdam en schuldgevoelens in New York. De expat ontsnapt niet aan zijn gespleten ziel.  

Tanya Commandeur slaagt erin om de levensomstandigheden en de tijdgeest aan beide kanten van de oceaan op een zintuiglijke manier voor te stellen. Ze heeft zich goed gedocumenteerd over nieuwsfeiten (de komeet Halley, de Titanic, de Spaanse griep…), over de technologische evolutie (de metro, de bijna-wolkenkrabbers, de elektrische tram…) en de gevolgen ervan voor de arbeidsmarkt maar ook faits divers zoals de ragtime-muziek die aansloeg bij jongeren, de ramsjboekhandel van Jan de Slegte en de snoepwinkels van Jamin, zwavelstokjes om de pijp aan te steken… kleuren haar zinnen.

Hoewel een roman goed gedijt bij een boeiende achtergrond, wordt hij gedragen door zijn personages. Het sterkste karakter is dat van Johannes. Met zijn wanhopig balanceren tussen droom en werkelijkheid en zijn worsteling met de grenzen van het leven, is hij een aandoenlijke man die verwarrende gevoelens wakker maakt in de lezer. Het impulsieve van zijn vader zit ook in David maar dat neemt geen oncontroleerbare proporties aan. De zoon maakt een coming of age-ontwikkeling door die eindigt bij het besef dat hij geen kopie van zijn oude heer is maar een op zichzelf staand individu.
 
Rond 1900 gingen de New Yorkse gebouwen al flink de hoogte in.
© United States Library of Congress
Ook aan interactie en spanningsvelden tussen de plotspelers ontbreekt het niet in De man die alles achterliet. Mede dankzij de dynamische stijl van de schrijfster kun je dus zeker spreken van een geslaagd boek. Om het een zeer bijzondere roman te kunnen noemen hadden de pluspunten nog beter uit de verf moeten komen. Gelaagdheid, originaliteit, het grondig uitwerken van innerlijke en onderlinge conflicten, vertellen vanuit de personages in plaats van hun situatie te beschrijven… zijn criteria waaraan belangrijke fictie beantwoordt. Bovendien is de voorspelbaarheid van deze historische vertelling iets te groot. Een voorbeeld: als opa aan het eind van de jaren '20 besluit zijn geld te beleggen, dan voelt je natte vinger aan wat er gaat gebeuren.

Het verliteraturen van familieschatten is een populaire bezigheid van hedendaagse auteurs. Steeds opnieuw verbazen ze je met hun erfenis. Mogen kijken in een spiegel die je liefde en dood, trouw en verraad, vreugde en lijden toont, is een voorrecht dat je over de tijd heen verbindt met de essentie van het mens-zijn. En wat gezegd van namen als David en Abraham Buijser? Zit daar misschien een verhaal over de joodse diaspora in??


Quotering: ***½

Uitgegeven bij Ambo Anthos - 2015
 

5 november 2015

Kamel Daoud - Moussa of de dood van een Arabier

Een literaire vader op het matje geroepen !

 
'Je wordt duizelig als je je afvraagt hoe een mens
op één dag zijn naam, zijn leven
en dan ook nog zijn lijk kan kwijtraken.' 
 
De tijd waarin een koloniaal een fictieve Arabier kon neerschieten zonder dat de underdog zich roerde, is na zeventig jaar definitief voorbij. Daar heeft de Algerijnse auteur Kamel Daoud voor gezorgd. Hij is in gesprek gegaan met Albert Camus, de Nobelprijswinnaar die in De vreemdeling zijn hoofdpersoon Meursault een Algerijn op het strand laat vermoorden. Camus was een pied noir, een Fransman die vóór de onafhankelijkheid (1962) in Algiers woonde.

In deze debuutroman wordt de zeggingskracht van de literaire grootheid nooit in twijfel getrokken, wel zijn moraliteit. Dat het slachtoffer niet eens een naam krijgt in het boek en zijn lijk geen regel krijgt toebediend, zit Daoud hoog. Dé Arabier bestaat niet en lijken worden niet meegenomen door de zeebries. Het is de hoogste tijd dat de vermoorde een naam en een gezicht krijgt. Daar zorgt de ik-persoon uit Moussa of de dood van een Arabier voor. Hij is namelijk zijn broer. Sneetje voor sneetje fileert hij Meursault, die zijn mal de vivre op een verwaande manier etaleert. De ethische schuinsmarcheerder is jong, heeft een vaste baan en een vriendin. Meursault is de excuus-moordenaar, een blasé-figuur naast wie het lot van de verpauperde Algerijnse bevolking schril afsteekt.  
 
Algiers, Place des Martyrs & Casbah 
© Ludovic Cortes 
In een volkscafé bij de kust voert de auteur een ménage à trois op. Terwijl de geest van Camus, de schim met het hoge voorhoofd en de onafscheidelijke sigaret, ergens aan een tafeltje zit, gutst onrecht en vernedering uit de ziel van Moussa’s broer. ‘Gevoelens verouderen langzaam, niet zo snel als je huid,’ weet de bejaarde achterblijver. Zijn klankbord is ‘een academisch rechercheur’, een man voor wie Camus een held is en die De vreemdeling als een fetisj in zijn aktetas draagt. Terwijl niemand om hen maalt, hebben de nabestaanden levenslang gekregen. Ze zijn veroordeeld tot dolen en gekmakende onrust. ‘De zee vertelde ons niets en mama bleef aan de waterlijn zitten alsof ze zich over een graf boog’, zo verwoordt de stamgast de wanhopige zoektocht van de moeder naar haar dode zoon. Alles wat hen rest zijn initialen in een krant. En alsof die vloek nog niet groot genoeg is, ‘kan de dood zich vermommen als wraak’.   

In het café wordt niet alleen koffie maar ook wijn geschonken. Met het frequenteren van dit haram-oord maak je salafisten niet blij. Als je daarbij nog van leer trekt tegen de religie en de moskee, haal je je een fatwa op de hals. Oprispingen als ‘de wijkmoskee die je het zicht op god ontneemt’ en ‘Waarom zou je achter een vader aanrennen die nog nooit een voet op aarde heeft gezet?’ hebben ertoe geleid dat Kamel Daoud met politiebewaking door het leven moet. Ook over de onmachtige overheid zwijgt hij niet. In de straten lopen armoedige kinderen en chagrijnige politieagenten rond. Hun horizon bestaat uit kapotte glijbanen, vieze trappen en zwerfvuil. En die zijn niet op het conto te schrijven van de intussen uit het land verdreven Meursaults. Daoud is een man van zijn tijd die kritisch terugblikt maar ook hedendaagse hoofdrolspelers scherp in het oog houdt.  
 
Albert Camus...
met de eeuwige sigaret in de mond
Deze essayistische roman vraagt, zin na zin, om een reflectie over inhoud en taalesthetiek. Hier voeren twee ‘vreemdelingen’ een ingenieuze pas-de-deux uit, de ene is de weg in de wereld kwijt, de andere in zijn eigen leven. In dit verhaal over de troost van verbeelding en creatieve vormgeving rijgt de auteur uit Oran schijnbaar moeiteloos de ene parelende frase aan de andere.

'Hij schrijft zo goed dat zijn woorden op eindeloos uitgehakte stenen lijken’, zegt de verteller over Albert Camus. Dat erelintje verdient Kamel Daoud evenzeer. Met Moussa of de dood van een Arabier heeft dit jonge monument zijn voet met verve naast die van het Franse icoon geplaatst. Daarmee heeft hij ook het koloniale onevenwicht, dat nog resoneert in het nu, met terugwerkende kracht een zet in de juiste richting gegeven! En, wie weet, heeft hij met deze meesterproef het fundament gelegd voor een Algerijnse Nobelprijs!
 

Quotering: *****

Uitgegeven bij Ambo Anthos – 2015