1 november 2015

Alexander Münninghoff - De stamhouder

Een wereld valt uiteen !
 
 
'Mijn vader beschouwde zichzelf in de eerste plaats als een Balt
met een Duits-Russische bloedmix,
waar helaas ook nog wat Nederlandse genen in ronddreven
 maar zeker niet als Let.'
 
Zowel in de tsarentijd als in de communistische periode zijn de Baltische landen steeds een hapklare brok geweest voor het Russische imperium. Enkel tijdens het interbellum stonden ze op eigen benen. Maar toen Molotov en von Ribbentrop in ’39 een pact sloten waarbij de Duitsers vrij spel kregen in Polen en de Russen, in ruil daarvoor, hun hand mochten leggen op het Balticum, sloeg de paniek aan de Oostzee weer toe. Ook bij de voorouders van Alexander Münninghoff kwamen herinneringen aan vroegere gruweldaden boven en werden er in alle haast koffers gepakt. Van het opgebouwde zakenrijk ter waarde van zo’n 7 mio gulden werd met pijn in het hart afscheid genomen.
 
Duitse soldaten verwelkomd in Riga:
de dreiging komt uit het oosten, de bevrijding uit het westen.
Omdat Joan Münninghoff, de grootvader van de auteur, een uitgeweken Nederlander is kan hij een doorstart maken in Voorburg bij Den Haag. Hij is het prototype van de overlever, een sluwe bedrijfsleider die zonder schroom van twee walletjes eet: dat van de vaderlandgetrouwen én dat van de bezetter. Hij is een kameleon die informatie verstrekt aan de Britse inlichtingendienst MI6 en tegelijkertijd Duitse marineofficieren thuis uitnodigt. Zelfs het Waffen-SSverleden van zijn eigen zoon Frans gebruikt hij wanneer het hem goed uitkomt. Anderzijds mogen onderduikers in zijn villa komen schuilen.
 
De Oude Heer, zoals hij in De stamhouder genoemd wordt, heeft een conflictueuze relatie met Frans, zijn oudste telg. Die heeft alles te maken met een onwrikbare patriarchale houding maar ook met de complexe culturele wortels van de jonge man. Frans moet zijn zakenvader opvolgen maar wil het leger in. Frans moet Nederlander worden maar voelt zich Balt en het kind van een Duits-Russische moeder. ‘Ik vocht niet tegen de Russen maar tegen de Bolsjewieken,’ zo klinkt het plausibel maar wel ingewikkeld uit zijn mond. Die visie is ook ongeveer de enige waarin Joan en Frans elkaar vinden. De Münninghoff-tegoeden in en rond Riga mogen niet in de handen van 'de roden' vallen. Maar als je naar het gedrag van beiden kijkt, hebben ze veel meer met elkaar gemeen dan ze zullen toegeven: het zijn slechte vaders, egocentristen en opportunisten.
 
Naast deze centrale lijn volg je in dit epos de uit elkaar gerukte levens van andere familieleden zoals de Duits-Baltische echtgenote van Frans en moeder van Alexander. De combinatie van oorlog, familiaal geruzie en economische afhankelijkheid van vrouwen is de oorzaak van heel wat tragiek. Toch wordt de literaire show gestolen door de Oude Heer die van een doortrapte morele sjoemelaar evolueert naar een medogenloze potentaat. Volstrekt verwerpelijk is zijn houding tegenover weerlozen. Zijn oorspronkelijke dominantie maakt steeds meer plaats voor de wil om tegen élke prijs de wereld waarin hij leeft te beheersen. Uiteindelijk wordt hij een man die je zou willen aanklagen voor misdaden tegen de menselijkheid.
 
Posen, het huidige Poolse Poznan,
was in de oorlog het centrum van ontheemde Balten.
De stamhouder is een kroniek met heel veel gezichten. Het is in de eerste plaats een godfather-verhaal maar je vindt er ook elementen in van een jongensboek vol bravoure, een hedendaagse thriller, een coming of age-vertelling, een mislukte vadermoordhistorie… Als je alles bij mekaar optelt ontstaat het beeld van een nieuwe stamhouder met een zwaar wegende erfenis. Daarnaast roepen deze bladzijden vragen op over de kwetsbaarheid van identiteiten met versnipperde wortels. Als de omstandigheden ongunstig zijn kunnen ze leiden tot emotionele chaos en de ontwrichting van individuen. Er is bovendien het besef dat scheefgetrokken vader-zoonrelaties een wissel trekken op minstens één nieuwe generatie. En wat de politieke keuze van de Duitse Balten (adellijke families die afstamden van middeleeuwse kruisridders) betreft, vraagt deze geschiedschrijving om begrip. Het verleden van volkeren is zelden een zwart-witportret. 
 
Op deze glijbaan van extreme ervaringen en dito emoties houdt Alexander Münninghoff zich perfect staande. Omdat hij dicht bij de feiten blijft kan de toon niet ontsporen. Zijn geheime wapen is de rijke, filmische taal die de verbeelding van de lezer alle ruimte geeft. Fijnproevers pakt hij in met ‘iconenogen’, ‘vleesruïne’, ‘spruitjesverhalen’, 'een stem uit een middeleeuwse vergeetput' en meer van dat fraais. Net zoals Frans zijn Sternstunde bij zijn soldatenvrienden beleefde, zo garandeert De stamhouder je een rist verbijsterende en intense leesuren!
 
Quotering: *****
 
Uitgegeven bij Prometheus - 2014