1 november 2016

Antonio Lobo Antunes - Reis naar het einde

Een pamflettistisch delirium !
 

'Als je hier binnenkomt verlies je uiteindelijk altijd.'

Antonio Lobo Antunes beweert dat hij over het geheugen schrijft en niet over de Portugese samenleving. Als lezer moet je hem tegenspreken. Het persoonlijke is nu eenmaal maatschappelijk en omgekeerd. Als je, zoals deze auteur, je dienstplicht hebt vervuld tijdens de koloniale oorlog in Angola ('61-'74) en zelf als psychiater hebt gewerkt, dan reikt een boek als Reis naar het einde verder dan een geheugenstudie.

Het begin van dit verhaal zorgt voor verwarring. In welke wereld ben ik terechtgekomen? vraag je je bladzijden lang af. Achter het stuur van zijn auto, op weg van de Algarve naar Lissabon, barst er in de hersens van de hoofdpersoon een stroom van gedachten en beelden los, een delirium waar je geen blijf mee weet. Wanneer hij je meeneemt naar zijn verleden als psychiater in de kliniek voor geesteszieken begrijp je waaraan hij ten prooi is. Hij heeft zelf een stoornis, een aandoening die bouffée délirante heet en meestal chronisch is. Normaal functioneren wordt dus afgewisseld met oncontroleerbare aanvallen van herinneringen en hallucinaties. En omdat in het reservoir van zijn geheugen oorlog en psychiatrische wantoestanden de dienst uitmaken, wordt je als lezer meegesleurd in zwartgalligheid en sarcasme.  

Antonio Salazar,
 de Portugese dictator (1889-1970)
Reis naar het einde kun je niet los zien van felle maatschappijkritiek. De passages over de vuile oorlog in Afrika, een verfoeilijk plan van dictator Salazar, spreken voor zich. Ook het portret van de psychiatrische instelling is een aanklacht tegen een falend beleid en de ontmenselijking van de patiënten. Om dat laatste te duiden heeft de auteur het over 'de nachthemden' of 'de pyama's'. De zieken worden platgespoten, krijgen belachelijke therapieën zoals het werken met een spiegel of worden gereduceerd tot lesmateriaal. Nog gruwelijker is de omgang met oudjes die tegenstribbelend naar een sterfkamer worden gebracht.

Geen term is krachtig genoeg, zo lijkt het, om de mistoestanden onder woorden te brengen. In de artsenkamer 'stinkt het naar dode muilezels' en het gesticht is een 'sinistere concentratiekamporganisatie'. Dat hij ook zichzelf als onmachtig arts en 'cipier' medeplichtig acht aan deze immorele situatie, vervult hem met nog meer bijtende spot. 

Op 25 april '74 maakte de Anjerrevolutie een einde aan de dictatuur
© Paixao Esteves    
In deze roman vallen auteur en hoofdpersoon bijna samen. Ook Antunes zag met eigen ogen de gruwel van de Portugees-Angolese oorlog. En onder druk van zijn vader werd hij psychiater...tot het schrijverschap hem daarvan verloste. Je mag er dus van uitgaan dat de vraag wie er gek is - de patiënten of hun therapeuten, de getraumatiseerde soldaten of de bedenkers van wapengekletter - recht uit het schrijvershart komen.

Reis naar het einde is een boek vol bittere duisternis die in de ziel snijdt. Maar het is ook een onontwarbaar kluwen van over elkaar buitelende beelden, gedachten en scènes. Bij het tekenen van de galopperende hallucinaties schuwt Antunes de over-the-top-stijlfiguren niet ('als zieke vrouwenheupen opgezwollen rotsen'), integendeel, hij grossiert er in. Bovendien is enige drammerigheid hem niet vreemd. Omdat het geheel verpakt is in loodzware barokke taal die je geen seconde ademruimte laat, voel je je bij het lezen, net als de bewoners van de Miguel Bombarda-kliniek, een opgesloten, naar adem snakkend dier. Vandaar de dubbele sterrenbeoordeling...


Quotering: **** (kundigheid) **½ (leesplezier)

Uitgegeven bij Ambo Anthos - 2016