10 november 2016

Karin Sitalsing - Boeroes

Wisselcultuur !
 
 
'Ik ging er eens op letten en inderdaad:
de Boeroes worden zelden genoemd in de geschiedenisboeken.'

'Zouden ooit alle verhalen verteld zijn?' vraag je je wel eens af als je aan de ontelbare bladzijden denkt die in de loop der tijden geschreven zijn. 'Zijn alle blinde vlekken op de wereldkaart intussen niet ingevuld? We zijn toch overal al geweest.' En dan komt er een boek dat Boeroes heet, een kroniek over witte Surinamers, nazaten van Hollandse boeren die zich in 1845 aan de Saramacca-rivier vestigden. Die Sranantongo pratende migranten hadden niets te maken met de elitaire plantagehouders. Het waren ploeteraars die dankzij hun Calvinistische levenshouding opklommen in de Surinaamse samenleving. Toch bleven ze in hun land van herkomst zo goed als onbekend, verdwenen in de plooien van de geschiedenis. Journaliste Karin Sitalsing, die via haar moeder van de Boeroes (Surinaams voor boer) afstamt, maakte een liefdevolle vuist voor hen!

Een echtpaar in 1893,
uitgedost voor de viering van 50 jaar aanwezigheid van boerenkolonisten.
© Tropenmuseum A'dam
 
Naast het geschreven bronnenmateriaal put ze vooral uit de talrijke contacten met tantes, ooms, neven en nichten in Suriname en ook in Nederland. Als je tot een kleine bevolkingsgroep behoort (er zijn nog zo'n 2700 levende Boeroes) is bijna iedereen familie van elkaar en dat zorgt voor warmte en houvast. Ze ervaart ook hoe het voelt om in de modder van de moerassige boorden van de Saramacca te zakken, het vergiftigde geschenk van drassigheid, muskieten en dodelijke ziekten dat de Nederlandse overheid deze economische vluchtelingen halfweg de 19de eeuw toestak. 

Gaandeweg werken ze zich op, brengen het tot onderwijzer, politicus of bedrijfsleider. Maar hoe gedraagt hun ziel zich, hoe evolueert hun identiteit? En wat betekent dat voor het voortbestaan van de groep? Dat zijn de vragen die Karin Sitalsing het meest bezighouden. 'Identiteit fluctueert', schrijft ze. Wanneer het klimaat na de onafhankelijkheid (1975) verslechtert, gaan heel wat witte Surinamers naar Holland. Deze vijfde generatie gaat 'naar Nederland', niet 'terug naar Nederland'. 'Misschien zit kleur wel van binnen', merkt de schrijfster op. De zoektocht naar een betere toekomst gebeurt nu in omgekeerde richting.
Identiteit fluctueert ook wanneer je niet meer binnen de eigen groep trouwt. Dat laatste doet zich in beide landen voor.

In het verlengde van de identiteitskwestie liggen de vragen bij wie je hoort en waar je thuis bent. In een poging hierop een antwoord te vinden gaat de auteur erg ver in het afpellen van de identiteitslaagjes en het polsen bij kinderen van gemengd bloed en culturele diversiteit naar hoe zij in hun omgeving staan. Die doorgedreven kijk heeft iets van het narcistisch staren naar jezelf, van opgesloten zitten in het eigen ik. Op deze manier leg je teveel nadruk op de verschillen tussen mensen, op het afstand scheppende en op de manier waarop anderen naar je kijken. 

Bovendien ontstaat, door haar emotionele betrokkenheid, soms een absoluut toontje. Hoezo ontstaat migratie enkel om rationele redenen? Je kunt toch best je hart verliezen aan een plek waar je niet bent opgegroeid. Zonder New York te willen propageren, kun je stellen dat heel wat mensen deze stad 'the place to be' vinden. De Hudson-vibes zouden hen intenser doen leven. Nog een ander voorbeeld: in het migratieverhaal van oud-tenniscoach Martin Šimek vind je zowel een rationele reden (Praag verlaten na de Russische inval in 1968) als een emotionele (zijn hart verliezen aan Calabrië en daar gaan wonen).

Bij deze kleine wrevels past ook de uitspraak dat je trots kunt zijn omdat je bij een cultuur hoort. Trots kun je zijn op iets dat je verwezenlijkt hebt, niet op iets dat je overkomen is zoals het nest waarin je geboren bent.

© Polygoon Hollands Nieuws
Individuen uit de schaduw halen is altijd een nobel streven. Zo betuig je respect, zeker als er lijden mee gemoeid is. In dit opzicht is Boeroes een meer dan geslaagd boek. Kleurrijke figuren zoals de schuine moppen vertellende tante of de honderdjarige oom die niet meer goed weet of zijn geheugen de waarheid vertelt, en dat beseft, vergeet je niet meer. En schoolboeken horen voortaan plaats vrij te maken voor de nagedachtenis aan deze strijdbare voorouders! Het is alleen jammer dat er teveel mentale Matroesjka's in zitten. Dat hokjesdenken staat haaks op het gecontesteerde uitgangspunt van de witte vrouw die niet verondersteld wordt Sranantongo te praten!

Met een iets minder naar binnen gekeerd, opener en cosmopolitischer perspectief, zou deze leeservaring nog genietbaarder zijn geweest!
 

Quotering: ***½

Uitgegeven bij Atlas Contact - 2016