In het spoor van brandende kampongs !
'Atjeh is een molensteen om de Nederlandse nek geworden.'
Het mag nog eens gezegd: Nederlandse auteurs die zich op het terrein van de verhalende non-fictie begeven, zijn haast altijd bijzonder vakkundig. Literaire prijzen en verkoopcijfers bezorgen hun prestaties bovendien een gouden randje. In de ons omringende landen verschijnt er veel non-fictie maar het verhalende karakter beperkt zich meestal tot een vlotte, beeldende vertelstijl. Voor het opvoeren van personages die ook in een roman niet zouden misstaan en het aanwezig zijn van de schrijver waar de vertelling het verdraagt, is typisch Nederlands.
Liefhebbers van het genre kunnen sinds kort naar de boekhandel voor Atjeh van voormalig journalist Anton Stolwijk. Om het verhaal van de bloedigste strijd uit de Nederlandse koloniale geschiedenis te kunnen schrijven, woonde en werkte hij een tijd in Noord-Sumatra. Zijn onderzoek gaat terug tot 1873 toen het Koninklijk Nederlands-Indisch Leger (KNIL) twee invasies nodig had om een wankele voet op het Atjese schiereiland te zetten. Deze moeizame entree kondigt een decennialange poging tot kolonisatie aan, een lange rij van wanhoopstrategieën om het verzet van de lokale bevolking te smoren. Het paradijs met goud, koper en peperplanten blijkt erg weerbarstig te zijn. Deels is dat te wijten aan een rampzalig uitgeruste en opgeleide troepenmacht, deels ook aan het kat-en-muisspel tussen soldaten en guerrilleros waarbij de muis te vaak de kat opjaagt. Onder meer omdat het imagoverlies in de internationale wereld ondraaglijk is, spreekt het politieke thuisfront harde taal, ruilt de ene bevelhebber voor de andere in en stuurt zelfs een Leidse islamoloog op missie uit. Pas rond 1919 breekt er een periode van rust aan.
K.N.I.L. Adjeh Bron: Collectie Tropenmuseum |
Hoewel het verzet islamitisch geïnspireerd is, leer je dat de interpretatie van de Koran verre van orthodox is. In deze godsdienstbeleving zitten natuurelementen, zoals het heilige water, Indiase invloeden en - oh blasfemie! - heiligenverering. Ook de positie van de vrouwen verrast: in de 17de eeuw waren er vrouwelijke sultans en ook nu vind je vrouwen in bestuursfuncties. Daarbij kijkt de hedendaagse zedenpolitie een andere kant uit als anders- of niet-gelovigen een glaasje alcohol drinken. En als de macht van geestelijke leiders is toegenomen, dan heeft dat veel te maken met het door de Nederlanders afgeschafte sultanaat. Geschiedenis leidt altijd naar de actualiteit...!
Gewapende Atjehers rond de eeuwwisseling Bron: Collectie Tropenmuseum |
Of er net als in de bloedige Atjese decennia over deze kwestie heftige Kamerdebatten zullen gevoerd worden, blijft afwachten. Wel staat het vast dat de auteurs* die de afgelopen jaren met hun eigen onderzoek de publieke opinie beïnvloedden, een belangrijk aandeel hebben gehad in het regeringsbesluit. Dit compliment geldt zeker ook voor Anton Stolwijk. Dankzij zijn doortastende research, persoonlijke betrokkenheid en een vertelstem die tot luisteren dwingt, mag hij hopen op een nominatie voor een nationale literatuurprijs!
Omdat geschiedenis een kettingverhaal is, wil je graag verder met deze verteller. Waar stonden de Atjehers in de machtsstrijd tussen Nederlanders en nationalisten na de Tweede Wereldoorlog? Wat wrong er precies tussen de Javanen, de nieuwe machthebbers, en het volk van Noord-Sumatra? En hoe verhoudt zich deze autonome regio binnen Indonesië op dit moment tot de wereld? Knijpt de zedenpolitie nog steeds een oogje dicht of kijken de geestelijken uit naar een kalifaat?
Misschien kan Mandeh, de helderziende eigenares van een kebabrestaurant, al een tip van de sluier oplichten!
*Lees in dit verband ook Op klompen door de dessa - Hylke Speerstra
Quotering: ****½
Uitgegeven bij Prometheus - 2016