Wortelen op een uithuizige plek
'Tijdens de gesprekken die we voerden,
plantte hij een diep humanistisch gevoel in mij.'
Als officier van justitie Alexander von Wrangel, halfweg de 19de eeuw, Fjodor Michaïlovitsj Dostojevski leert kennen, woont de auteur in een Siberische boerenhut van gestapelde boomstammen. Omdat hij zich ophield in een politiek kritisch milieu, was de beginnende schrijver uit Petersburg verbannen. Hoewel hij intussen ontslagen is van dwangarbeid ziet zijn leven er armzalig uit: geen kopeke te makken en afgesneden van de gecultiveerde tsarenstad aan de Finse Golf. En tot nader order moet hij verplicht in het leger dienen.
Fjodor Michaïlovitsj Dostojevski in 1876 |
Alexander von Wrangel is een man die deugt. Hij is niet alleen een idealistische ambtenaar die tegen corruptie en middeleeuwse wetgeving strijdt maar ook een vriend die onafgebroken ijvert voor de vrijlating van zijn compagnon de route. En Dostojevski leer je kennen als een bescheiden ziel, die tegelijkertijd iets messiaans heeft, en bijna altijd een rechte rug toont. Alleen in de liefde is hij kwetsbaar. Over zijn Maria zegt hij: ‘Ze kwam op het droevigste moment in mijn leven en reanimeerde mijn ziel.’ Een beetje wishful thinking is hier wel in het spel. Als er achter je horizon weer een andere eindeloze steppe ligt, is dromen een manier van overleven.
Met een tarantas over de steppen denderen was niet bijzonder comfortabel! |
Dat net deze periode uit het leven van Dostojevski belicht wordt, is meer dan bijzonder want ze tekent de mens én de schrijver in wording. Alle grote thema’s van zijn latere boeken worden hem in Semipalatinsk aangereikt. Zijn strafkampervaring verliteraturen valt hem het zwaarst. Over Aantekeningen uit het dodenhuis, doet hij jaren. Anderzijds brengt hij wel een niet-aflatende belangstelling op voor het werkmilieu van Alexander die moordenaars moet aanklagen en beulen in de ogen kijken. F.M. zal altijd naar de beweegredenen achter de misdaad zoeken, een nieuwigheid voor die tijd. ‘Alles wat we samen meegemaakt hebben, heeft hij op de ene of andere manier een plaats gegeven in zijn romans,’ concludeert zijn zielsverwant.
Dankzij brieven, memoires en andere tijdsdocumenten, aangeleverd door de Baltische nazaat van de baron, kan Jan Brokken deze fidele mannenrelatie met zijn lezers delen. Omdat Alexander, de verteller-getuige, een bedachtzame, onderzoekende geest heeft en zijn eigen indrukken in vraag durft te stellen, stoort het niet dat het slechts de kijk is van één mens. Nergens krijg je het gevoel dat er met tunnelvisie naar de latere literaire grootheid wordt gekeken… integendeel!
Wapenschild van Semipalatinsk |
Wie iets van de familiegeschiedenis van Jan Brokken afweet, ontsnapt moeilijk aan de indruk dat de foto op het achterplat niet uit de toon zou vallen tussen de koppen in dit Rusland-portret. Met De kozakkentuin is Nederlands beste verhalende non-fictieauteur wellicht een stap dichter bij de onthulling van zijn moeders wortels gekomen.
‘Thuiskomen gaat minder snel dan een treinreis doet vermoeden’, zou Alexander von Wrangel zeggen.
Quotering: ****½
Geen opmerkingen:
Een reactie posten